ECLI:NL:RVS:2024:515

Raad van State

Datum uitspraak
8 februari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
202400421/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een bestuursrechtelijke uitspraak op verzoek van een vreemdeling

Op 8 februari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 18 januari 2024. Verzoeker, een vreemdeling, had op 19 januari 2024 de Afdeling verzocht om herziening van de uitspraak ECLI:NL:RVS:2024:160. De herziening is aangevraagd op basis van nieuwe feiten en omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven tot herziening van de onherroepelijke uitspraak. Gezien het ontbreken van deze nieuwe informatie, heeft de Afdeling besloten het verzoek tot herziening af te wijzen.

In de beslissing is ook vermeld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 februari 2024.

Uitspraak

202400421/1/V3.
Datum uitspraak: 8 februari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 in samenhang met artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) op het verzoek van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 18 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:160.
Procesverloop
Bij brief van 19 januari 2024 heeft verzoeker de Afdeling verzocht om herziening van de hiervoor genoemde uitspraak van 18 januari 2024.
Overwegingen
1.       De Afdeling kan onder omstandigheden een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van nieuwe feiten en omstandigheden (artikel 8:119, eerste lid, van de Awb). Verzoeker heeft zulke feiten of omstandigheden niet aangevoerd.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier.
w.g. Steendijk
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schippers
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 februari 2024
873