ECLI:NL:RVS:2024:5153

Raad van State

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
202405989/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A. ten Veen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Zuidzijde Zuidlaardermeer

Op 18 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een verzoekster, wonend in Tynaarlo, tegen het besluit van de raad van de gemeente Tynaarlo, dat op 9 juli 2024 het bestemmingsplan "Zuidzijde Zuidlaardermeer, waterscouting en surfstrand" had vastgesteld. De verzoekster heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 3 december 2024 zijn zowel de verzoekster als de raad vertegenwoordigd door J. de Kleine en N. Nijboer verschenen. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak van dezelfde dag (ECLI:NL:RVS:2024:5086) op het beroep, er geen sprake meer is van een geding. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De raad van de gemeente Tynaarlo hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 december 2024.

Uitspraak

202405989/2/R3.
Datum uitspraak: 18 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], wonend in Tynaarlo,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Tynaarlo,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 juli 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Zuidzijde Zuidlaardermeer, waterscouting en surfstrand" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[verzoekster] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 december 2024, waar [verzoekster] en de raad, vertegenwoordigd door J de Kleine en N. Nijboer, zijn verschenen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2024:5086, heeft de Afdeling op het beroep beslist. Daarom is geen sprake meer van een geding. Gelet hierop moet het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening worden afgewezen.
2.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.
w.g. Ten Veen
voorzieningenrechter
w.g. Pieters
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2024
473