ECLI:NL:RVS:2024:5165
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting naar Syrië
Op 16 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 14 juni 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 24 oktober 2024 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Syrië een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Desondanks heeft de voorzieningenrechter geen aanleiding gezien om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak van de voorzieningenrechter is openbaar uitgesproken op 16 december 2024.