ECLI:NL:RVS:2024:5213
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 8 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle. Op 21 november 2024 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.P.E.M. Pover, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 18 december 2024 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep niet gericht was tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft toegelicht waarom deze uitspraak onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep.
Daarnaast werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. D.I. van Kesteren, griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.