ECLI:NL:RVS:2024:5275

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
BRS.24.000475
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door minister van Asiel en Migratie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een vrijheidsontnemende maatregel die op 15 november 2024 door de minister van Asiel en Migratie is opgelegd. De vreemdeling had eerder beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, die op 4 december 2024 het beroep ongegrond verklaarde en het verzoek om schadevergoeding afwees. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.B. van den Toorn-Volkers, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom deze uitspraak volgens hem onjuist is. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, zoals vereist onder artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.

Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 december 2024.

Uitspraak

BRS.24.000475
Datum uitspraak: 23 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 4 december 2024 in zaak nr. NL24.45641 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 15 november 2024 heeft de minister de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Bij uitspraak van 4 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.B. van den Toorn-Volkers, advocaat in Made, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling legt namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2024
872-1122