ECLI:NL:RVS:2024:5329
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het bestuursrecht inzake vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
Op 6 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan een vreemdeling. De rechtbank heeft op 20 december 2024 geoordeeld dat deze maatregel vanaf het begin onrechtmatig was, vanwege de omstandigheden in het Justitieel Complex Schiphol. De rechtbank heeft de minister bevolen de maatregel op te heffen en schadevergoeding toegekend aan de vreemdeling. In reactie hierop heeft de minister hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het hoger beroep heeft beslist. De minister stelt dat het afwijzen van zijn verzoek zou leiden tot onomkeerbare gevolgen, omdat hij dan genoodzaakt zou zijn om alle vreemdelingen in het JCS in vrijheid te stellen, wat hun toegang tot het Schengengebied zou betekenen.
De vreemdeling heeft in zijn schriftelijke uiteenzetting betoogd dat er geen openbare orde-problematiek is en dat zijn recht op vrijheid zwaarder zou moeten wegen dan het belang van de minister. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, hoewel de vrijheidsontneming ingrijpend is voor de vreemdeling, het grensbewakingsbelang van de minister zwaarder weegt onder de gegeven omstandigheden. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten dat de vrijheidsontnemende maatregel niet hoeft te worden opgeheven totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.