ECLI:NL:RVS:2024:5331
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
Op 22 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan een vreemdeling. De rechtbank heeft op 20 december 2024 geoordeeld dat deze maatregel vanaf het begin onrechtmatig was, vanwege de omstandigheden in het Justitieel Complex Schiphol. De rechtbank heeft de minister bevolen de maatregel op te heffen en schadevergoeding toegekend aan de vreemdeling. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het hoger beroep heeft beslist. De minister beroept zich op het grensbewakingsbelang, stellende dat de uitvoering van de rechtbankuitspraak zou leiden tot onomkeerbare gevolgen voor de vreemdelingen in het JCS.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, hoewel de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel ingrijpend is voor de vreemdeling, het grensbewakingsbelang zwaarder weegt in deze situatie. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten dat de vrijheidsontnemende maatregel niet hoeft te worden opgeheven totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. J. Schipper-Spanninga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W.J.C. Robben, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 december 2024.