ECLI:NL:RVS:2024:5386

Raad van State

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
202404065/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Gundelach
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Veldbloemenlaan 25, Elburg en de belangen van omwonenden

Op 24 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak over het bestemmingsplan "Veldbloemenlaan 25, Elburg". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de raad van de gemeente Elburg op 3 juni 2024, maakt de vervanging van het zorgcomplex "De Voord" mogelijk. Het nieuwe hoofdgebouw zal ruimte bieden aan 130 onzelfstandige zorgeenheden en 24 appartementen voor reguliere bewoning, met behoud van 15 zorgeenheden van een eerder gebouw. Appellanten, bewoners van de Veldbloemenlaan, hebben beroep ingesteld omdat zij vinden dat hun belangen onvoldoende zijn meegenomen. Ze stellen dat het nieuwe gebouw te dicht bij hun woningen komt, dat er alternatieven zijn die beter aansluiten bij hun belangen, en dat de gefaseerde uitvoering van het plan gedurende vier jaar onaanvaardbare bouwoverlast met zich meebrengt.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 13 december 2024. De raad heeft in zijn verweerschrift en op de zitting toegelicht dat de nieuwbouw noodzakelijk is om te voldoen aan de huidige eisen van de zorgsector en duurzaamheid. De Afdeling oordeelt dat de raad voldoende heeft onderbouwd waarom renovatie van het huidige complex niet haalbaar is en dat de voorgestelde alternatieven niet zijn gekozen. De Afdeling concludeert dat de afstand tussen het nieuwe zorgcomplex en de woningen van de appellanten voldoende is om een onaanvaardbare inbreuk op de privacy te voorkomen. Ook de geluidsoverlast wordt als aanvaardbaar beoordeeld. Het beroep van de appellanten wordt ongegrond verklaard, en de raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202404065/1/R4.
Datum uitspraak: 24 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend in Elburg,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Elburg,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 3 juni 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Veldbloemenlaan 25, Elburg" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De stichting "Protestants Christelijke Stichting voor Zorgverlening Het Baken" (hierna: Het Baken), initiatiefnemer van het plan, heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op de zitting behandeld van 13 december 2024, waar [appellant] en [appellant A] en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.P. Veenstra-Bakker, ing. A.W.T. Nijenhuis en mr. B.A. de Hoop, zijn verschenen. Verder is op de zitting, Het Baken, vertegenwoordigd door W.F.J.M. Juurlink MSc en drs. P.D. Schultink, bijgestaan door mr. T.A. Hubregtse, advocaat in Arnhem, als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 22 december 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2.       Het bestemmingsplan maakt de vervanging van het zorgcomplex "De Voord" gelegen aan de Veldbloemenlaan 25 in Elburg mogelijk. Het vervangende hoofdgebouw zal ruimte bieden aan de bestaande 130 onzelfstandige zorgeenheden aangevuld met 24 appartementen voor reguliere bewoning. Daarnaast blijven de 15 onzelfstandige zorgeenheden van het gebouw uit 2007, ten noordwesten van het hoofdgebouw, behouden. In de nieuwe situatie biedt de locatie ruimte voor 169 woon- en/of zorgeenheden voor in het bijzonder bewoners op leeftijd met een hoog complexe zorgvraag.
2.1.    [appellant] en anderen wonen aan de Veldbloemenlaan in Elburg. Zij stellen zich op het standpunt dat de raad hun belangen onvoldoende bij het bestemmingsplan heeft betrokken. Zij betogen dat het voorziene gebouw te dicht op hun woningen komt, dat een alternatief plan mogelijk is dat meer aan hun belangen tegemoetkomt en dat een gefaseerde uitvoering van het plan gedurende vier jaar vanwege de bouwoverlast onaanvaardbaar is.
Hoe beoordeelt de Afdeling een beroep tegen een bestemmingsplan?
3.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Noodzaak renovatie en alternatief plan
4.       [appellant] en anderen betogen dat één van de redenen voor de realisatie van een nieuw zorgcomplex niet juist is. Die reden zou zijn dat het huidige zorgcomplex niet voldoet aan de huidige milieueisen, waardoor er verduurzaamd moet worden. Volgens [appellant] en anderen is het slopen van het huidige zorgcomplex kapitaalvernietiging en heeft het niets met verduurzamen te maken.
[appellant] en anderen voeren aan dat er alternatieven bestaan om het nieuwe zorgcomplex binnen het bestaande bouwvlak te realiseren. Volgens hen is een ander ontwerp van het zorgcomplex mogelijk met tijdelijke huisvesting op een andere locatie en renovatie van het huidige complex met een eventuele uitbreiding binnen het bestaande bouwvlak. Op de zitting hebben zij toegelicht dat het voorziene complex 180 graden kan worden gedraaid en in noordelijke richting kan worden verschoven, waardoor plaatsing in het bouwvlak en op grotere afstand van hun woningen mogelijk is.
4.1.    In paragraaf 3.5 van de toelichting op het bestemmingsplan staat dat het hoofdgebouw van zorginstelling De Voord van 1996 is. Het gebouw is verouderd en voldoet bouw- en woontechnisch niet meer aan de huidige vraag vanuit de zorgsector en aan de eisen op het terrein van duurzaamheid. Op de zitting hebben de raad en Het Baken toegelicht dat het erom gaat om te voldoen aan de eisen van CO2-uitstoot per 2030 en de ventilatie-eisen, maar ook de eisen en wensen met het oog op het welbevinden en woonklimaat van de bewoners. In het huidige gebouw moeten vijf bewoners samen sanitair delen.
Verder staat in paragraaf 3.5 dat de raad de renovatie van het oude zorgcomplex en de tijdelijke huisvesting van bewoners op een andere locatie heeft onderzocht. Onder meer ontwikkelingen in de zorg, de hoge investeringskosten, risico’s op onvoorziene tegenvallers, een bouwtijd van minimaal vijf jaar, het niet hebben van een optimaal ventilatiesysteem of koelsysteem tegen aanvaardbare kosten en het willen realiseren van individuele woonruimtes met eigen sanitair in plaats van gedeeld sanitair hebben geleid tot de keuze voor nieuwbouw in plaats van renovatie. Verder behoort tijdelijke huisvesting van bewoners op een andere locatie niet tot de mogelijkheden, omdat daarvoor een investering van meer dan € 3.100.000,- nodig is, waarvoor geen dekking aanwezig is.
Op de zitting heeft Het Baken toegelicht dat het omdraaien van het ontwerp niet mogelijk is, omdat in dat geval het nieuwe hoofdgebouw ofwel te dicht bij de 15 onzelfstandige zorgeenheden komt of dat deze zorgeenheden niet gehandhaafd kunnen worden. De raad heeft toegelicht dat zij de groenstrook ten noorden van het voorziene hoofdgebouw wil handhaven, omdat dit een eenheid vormt met het ten noorden daarvan gelegen Groene Hart en omdat dit een functie vervult als wandelgebied en hondenuitlaatgebied.
4.2.    Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad het nut en de noodzaak van de nieuwbouw van de zorginstelling, waaronder ook het kunnen voldoen aan duurzaamheidseisen, voldoende onderbouwd. Ook heeft de raad het door [appellant] en anderen voorgestelde alternatief afgewogen bij de vaststelling van het plan en toereikend gemotiveerd waarom niet voor dat alternatief is gekozen.
Het betoog slaagt niet.
Toename geluidsoverlast en inbreuk privacy
5.       [appellant] en anderen betogen dat het nieuwe zorgcomplex buiten het bestaande bouwvlak zorgt voor toename van geluidsoverlast en inbreuk op de privacy voor omwonenden. Door de afstand tussen het nieuwe zorgcomplex en de bestaande woningen aan de Veldbloemenlaan te verkleinen zal het geluid veroorzaakt door verkeersbewegingen in de Veldbloemenlaan invloed hebben op de akoestiek. Hierdoor zal volgens hen de geluidsoverlast toenemen.
5.1.    De Afdeling stelt vast dat het nieuwe bouwvlak ten opzichte van het bouwvlak uit het bestemmingsplan Elburg en Oostendorp uit 2013 variërend van ongeveer 12 tot 21 m in de richting van de woningen van [appellant] en anderen is verschoven. Het nieuwe bouwvlak komt op ongeveer 26-27 m afstand van de woningen van [appellant] en anderen. Binnen het vorige bouwvlak was voor gebouwen en bijbehorende bouwwerken een bouwhoogte van maximaal 8 m toegestaan. Binnen het nieuwe bouwvlak is voor gebouwen en bijbehorende bouwwerken een bouwhoogte van maximaal 11,25 m toegestaan.
5.2.    De raad heeft naar voren gebracht deze verkleining van de afstand en de bouwhoogte stedenbouwkundig aanvaardbaar te vinden op basis van het advies daarover van Het Oversticht. Tussen het nieuwe hoofdgebouw en de woningen van omwonenden is de afstand 26-27 m. Daartussen ligt de gebiedsontsluitingsweg Veldbloemenlaan. De wijze waarop het bouwvlak is gesitueerd met het oog op de te realiseren vormgeving van het complex, leidt volgens de raad niet tot een onaanvaardbare aantasting van de privacy.
5.3.    De Afdeling is van oordeel dat de raad zich op het standpunt heeft mogen stellen dat het bestemmingsplan niet leidt tot een onaanvaardbare inperking van de privacy van [appellant] en anderen. Daarbij heeft de raad betekenis mogen toekennen aan de afstand van 26-27 m tot aan de woningen van [appellant] en anderen en de tussengelegen Veldbloemenlaan. Ook betrekt de Afdeling dat de raad deze plansituatie en de gevolgen daarvan voor de privacy van omwonenden aanvaardbaar heeft mogen achten in een stedelijke omgeving als die van Elburg.
5.4.    De raad heeft onderzoek laten doen naar de mogelijke akoestische effecten vanwege het verkleinen van de afstand tussen het zorgcomplex en de bestaande woningen aan de Veldbloemenlaan. In zijn advies van 3 mei 2024 heeft de Omgevingsdienst Veluwe geconcludeerd dat de mogelijke verschillen in reflectie tussen de bestaande en de nieuwe situatie eerder in tienden van decibellen dan in hele decibellen zullen uitvallen. Volgens de omgevingsdienst zijn zulke kleine verschillen in de praktijk niet waarneembaar. De raad heeft verder het memo "geluidreflectie wegverkeerslawaai" van 7 augustus 2024 van Econsultancy overgelegd. Door Econsultancy is berekend dat de geluidbelastingen voor de woningen van [appellant] en anderen met 0,11-0,15 dB zullen toenemen. Geconcludeerd is dat met het bestemmingsplan geen onevenredige geluideffecten zullen optreden.
5.5.    Gelet op het bovenstaande heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling op het standpunt mogen stellen dat het bestemmingsplan niet leidt tot een onaanvaardbare akoestische situatie voor [appellant] en anderen.
Het betoog slaagt niet.
Overlast door bouwactiviteiten
6.       [appellant] en anderen betogen dat zij onevenredige overlast zullen ervaren door de bouwactiviteiten. Door de gefaseerde bouw zal deze overlast mogelijk vier jaar duren.
6.1.    Dit betoog gaat niet over het bestemmingsplan zelf, maar over de uitvoering daarvan. Uitvoeringsaspecten kunnen in deze procedure niet aan de orde komen. Daarom bespreekt de Afdeling deze beroepsgrond niet inhoudelijk.
Conclusie
7.       Het beroep is ongegrond.
8.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J. Gundelach, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van L.M. Jacquemijns, griffier.
w.g. Gundelach
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Jacquemijns
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 december 2024