ECLI:NL:RVS:2024:564
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake beëindiging recht op bescherming
Op 9 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling wiens recht op bescherming, dat hij genoot op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, per 4 september 2023 zou eindigen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 29 augustus 2023 besloten dat het recht op bescherming zou eindigen, wat door de vreemdeling werd bestreden in een hoger beroep na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 18 december 2023, waarin het beroep ongegrond werd verklaard.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op de datum van de uitspraak al een beslissing was genomen op het hoger beroep van de vreemdeling. Hierdoor was er geen noodzaak meer om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling werd dan ook afgewezen. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 9 februari 2024, en is vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, met mr. N. Tibold als griffier.