ECLI:NL:RVS:2024:584
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank over de bewaring van een vreemdeling
Op 12 februari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 3 januari 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Dit volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 6 december 2023 de vreemdeling in bewaring had gesteld. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Benayad, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
De Afdeling heeft ook geen reden gezien om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 februari 2024.