ECLI:NL:RVS:2024:60
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bewaring vreemdeling door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 11 januari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 24 november 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 13 december 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Bakker, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de staatssecretaris deugdelijke redenen had gegeven voor de bewaring van de vreemdeling. De staatssecretaris had aangetoond dat er een onttrekkingsrisico bestond, onder andere omdat de vreemdeling eerder met onbekende bestemming naar Denemarken was vertrokken en meerdere keren had verklaard niet terug te willen keren naar Nigeria. Het hoger beroep bood geen nieuwe argumenten die aanleiding gaven om anders te oordelen.
De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was om de bewaring onrechtmatig te achten. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 januari 2024.