ECLI:NL:RVS:2024:678

Raad van State

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
202400232/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake beëindiging recht op bescherming

Op 19 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling wiens recht op bescherming, dat hij genoot op grond van Richtlijn 2001/55/EG, per 4 september 2023 zou eindigen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 17 augustus 2023 besloten dat het recht op bescherming zou eindigen, wat door de vreemdeling werd bestreden in een hoger beroep na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 15 december 2023, waarin het beroep ongegrond werd verklaard.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, nu er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan op het hoger beroep van de vreemdeling, er geen noodzaak is om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling is dan ook afgewezen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van griffier mr. N. Tibold, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2024.

Uitspraak

202400232/2/V2.
Datum uitspraak: 19 februari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, van:
[de vreemdeling],
verzoeker.
Procesverloop
Bij besluit van 17 augustus 2023 heeft de staatssecretaris bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.
Bij uitspraak van 15 december 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag heeft de Afdeling op het hoger beroep van de vreemdeling beslist. Daarom wordt geen voorlopige voorziening getroffen.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
w.g. Tibold
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2024
984