ECLI:NL:RVS:2024:678
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake beëindiging recht op bescherming
Op 19 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling wiens recht op bescherming, dat hij genoot op grond van Richtlijn 2001/55/EG, per 4 september 2023 zou eindigen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 17 augustus 2023 besloten dat het recht op bescherming zou eindigen, wat door de vreemdeling werd bestreden in een hoger beroep na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 15 december 2023, waarin het beroep ongegrond werd verklaard.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, nu er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan op het hoger beroep van de vreemdeling, er geen noodzaak is om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling is dan ook afgewezen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van griffier mr. N. Tibold, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2024.