ECLI:NL:RVS:2024:688
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake aanvragen verblijfsvergunning asiel
Op 19 februari 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van vreemdelingen die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 16 oktober 2023 deze aanvragen niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. E.A.A. Charry, hebben tegen deze beslissing beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 20 november 2023 de beroepen ongegrond verklaarde. Hierna hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van hoger beroep op 27 november 2023 eindigde, maar dat het hogerberoepschrift pas na de deadline op 18 december 2023 is ontvangen. Hierdoor is het hoger beroep niet tijdig ingediend. De vreemdelingen hebben geen redenen aangevoerd om het hoger beroep toch in behandeling te nemen, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van rechtsmiddelen en de gevolgen van het niet naleven van de termijnen zoals vastgelegd in de wet. De beslissing is genomen door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. J.W. Prins, griffier.