ECLI:NL:RVS:2024:748
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van Breda
- S.M.W. van Ewijk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bestemmingsplan Alphen aan den Rijn niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in het beroep van een appellante tegen het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn, dat op 25 november 2021 het bestemmingsplan "Inbreidingslocaties Woningbouw Alphen Stad" heeft vastgesteld. De appellante, die ten tijde van het indienen van het beroep woonde aan de [locatie A] in Alphen aan den Rijn, heeft haar beroep ingesteld tegen dit bestemmingsplan. Tijdens de zitting op 16 februari 2024 werd echter bevestigd dat de appellante inmiddels is verhuisd naar [woonplaats]. Hierdoor heeft zij geen belang meer bij de uitkomst van de procedure, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is.
De Afdeling heeft vastgesteld dat, hoewel een van de gemachtigden van de appellante, die vroeger buurvrouw was, heeft aangegeven dat zij en meerdere buren het beroep steunen, alleen de appellante zelf het beroep heeft ingesteld. Dit betekent dat alleen haar procesbelang in geding is. Aangezien de appellante geen belang meer heeft bij de uitkomst van de procedure door haar verhuizing, heeft de Afdeling het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden, aangezien het beroep niet ontvankelijk is verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van een verhuizing voor het recht om beroep in te stellen. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:RVS:2024:748.