ECLI:NL:RVS:2024:748

Raad van State

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
22 februari 2024
Zaaknummer
202200360/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan Alphen aan den Rijn niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in het beroep van een appellante tegen het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn, dat op 25 november 2021 het bestemmingsplan "Inbreidingslocaties Woningbouw Alphen Stad" heeft vastgesteld. De appellante, die ten tijde van het indienen van het beroep woonde aan de [locatie A] in Alphen aan den Rijn, heeft haar beroep ingesteld tegen dit bestemmingsplan. Tijdens de zitting op 16 februari 2024 werd echter bevestigd dat de appellante inmiddels is verhuisd naar [woonplaats]. Hierdoor heeft zij geen belang meer bij de uitkomst van de procedure, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is.

De Afdeling heeft vastgesteld dat, hoewel een van de gemachtigden van de appellante, die vroeger buurvrouw was, heeft aangegeven dat zij en meerdere buren het beroep steunen, alleen de appellante zelf het beroep heeft ingesteld. Dit betekent dat alleen haar procesbelang in geding is. Aangezien de appellante geen belang meer heeft bij de uitkomst van de procedure door haar verhuizing, heeft de Afdeling het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden, aangezien het beroep niet ontvankelijk is verklaard.

De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van een verhuizing voor het recht om beroep in te stellen. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:RVS:2024:748.

Uitspraak

202200360/1/R3.
Datum uitspraak: 16 februari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellante], wonend te [woonplaats],
appellante,
en
de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 16 februari 2024 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. J.H. van Breda, voorzitter
Griffier: mr. S.M.W. van Ewijk
Verschenen:
[appellante], vertegenwoordigd door [gemachtigden]
De raad, vertegenwoordigd door G. Balki-Eroglo en M.R. Pot.
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 25 november 2021, waarbij het bestemmingsplan "Inbreidingslocaties Woningbouw Alphen Stad" is vastgesteld.
De Afdeling verklaart het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk.
Ten tijde van het instellen van het beroep woonde [appellante] aan de [locatie A] in Alphen aan den Rijn, tegenover één van de locaties waarop het bestemmingsplan ziet. Op de zitting is echter bevestigd dat [appellante] inmiddels is verhuisd naar [woonplaats]. Door de verhuizing heeft [appellante] geen belang meer bij de uitkomst van de procedure.
Op de zitting heeft [een van de gemachtigden], die woont aan de Klompenmaker en vroeger een buurvrouw van [appellante] was, aangegeven dat zij, maar ook meerdere buren, haar beroep steunen. De Afdeling stelt echter vast dat alleen [appellante] beroep heeft ingesteld, zodat alleen haar procesbelang in geding is.
Het beroep van [appellante] is daarom niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Van Breda
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Ewijk
griffier
867