ECLI:NL:RVS:2024:888

Raad van State

Datum uitspraak
4 maart 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
202304086/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van de burgemeester van Hilversum tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter

Op 4 maart 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de burgemeester van Hilversum. De zaak betreft de toegang van een vreemdeling tot een opvangcomplex in Hilversum, waar de burgemeester op 31 december 2022 de toegang had ontzegd, twee waarschuwingen had gegeven en een gebiedsverbod had opgelegd. De vreemdeling maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de burgemeester verklaarde dit bezwaar op 29 maart 2023 ongegrond. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland oordeelde op 8 mei 2023 dat het beroep van de vreemdeling gegrond was, vernietigde het besluit van de burgemeester en droeg hem op de vreemdeling en zijn echtgenote in een opvangvoorziening te plaatsen.

De burgemeester ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, maar het hogerberoepschrift werd te laat ingediend, aangezien de termijn voor het instellen van hoger beroep op 22 juni 2023 eindigde. De Raad van State oordeelde dat de burgemeester geen geldige redenen had aangevoerd om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen, en verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk. De burgemeester hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.

Uitspraak

202304086/1/V1.
Datum uitspraak: 4 maart 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
de burgemeester van Hilversum,
appellant,
tegen de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 8 mei 2023 in zaak nr. 23/1579 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de burgemeester.
Procesverloop
Bij besluit van 31 december 2022 heeft de burgemeester de vreemdeling de toegang tot de opvang in het complex [locatie] in Hilversum ontzegd, hem twee waarschuwingen gegeven en een gebiedsverbod opgelegd.
Bij besluit van 29 maart 2023 heeft de burgemeester het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij mondelinge uitspraak van 8 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, het besluit van 31 december 2022 herroepen, bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit en de burgemeester opgedragen de vreemdeling en zijn echtgenote uiterlijk 9 mei 2023 in een opvangvoorziening te plaatsen.
Tegen deze uitspraak heeft de burgemeester hoger beroep ingesteld.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de burgemeester zich nader uitgelaten.
Overwegingen
1.       De termijn voor het instellen van hoger beroep eindigde in dit geval op 22 juni 2023. Het hogerberoepschrift is daarna bij de Raad van State binnengekomen. De burgemeester heeft het hogerberoepschrift daarom niet op tijd ingediend. Wat de burgemeester aanvoert, is geen reden om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen, want de omstandigheden waar hij zich op beroept komen voor zijn risico.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De burgemeester hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van den Oosterkamp
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2024
941