ECLI:NL:RVS:2024:890
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdelingen tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 4 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van twee vreemdelingen tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen waren op 31 oktober 2023 afgewezen. De rechtbank had op 5 januari 2024 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. R.J. Portegies, hebben vervolgens hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 16 februari 2024 laten weten dat de vreemdelingen met onbekende bestemming zijn vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdelingen geen contact meer met hen heeft. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdelingen geen bescherming meer in Nederland zoeken en daarom geen belang hebben bij een beoordeling van het hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het hoger beroep vervolgens niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.