ECLI:NL:RVS:2024:908
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 6 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 8 mei 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 31 januari 2023 had besloten om de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.M.G.M. Raafs, heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld.
In de uitspraak van 6 maart 2024 heeft de Raad van State geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de Raad van State de zaak niet inhoudelijk heeft behandeld, maar dat er redenen waren om het beroep niet in behandeling te nemen. De beslissing is genomen met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. M. Buntjer, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.