ECLI:NL:RVS:2024:910
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank inzake verblijfsvergunning asiel
Op 6 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 17 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had niet tijdig op deze aanvraag beslist, wat de vreemdeling ertoe bracht om de staatssecretaris in gebreke te stellen op 1 mei 2023.
De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling op 17 augustus 2023 niet-ontvankelijk. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.J. Schüller, hoger beroep ingesteld. In de tussentijd heeft de staatssecretaris op 3 november 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De staatssecretaris heeft op 8 december 2023 laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is met hem.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft geconcludeerd dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt. Daarom is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.