ECLI:NL:RVS:2025:1192
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de minister van Asiel en Migratie
Op 20 maart 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 16 januari 2025 in bewaring gesteld door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank had op 29 januari 2025 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. El Assrouti, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Afdeling zag ook geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de minister van Asiel en Migratie hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 maart 2025, en de beslissing werd vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.