ECLI:NL:RVS:2025:1200
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M.J.M. Ristra-Peeters
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 18 februari 2025 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 18 maart 2025 uitspraak gedaan op dit verzoek. De vreemdeling verzocht om te bepalen dat de voorgenomen beëindiging van verstrekkingen op 19 maart 2025 achterwege blijft, omdat de termijn voor hoger beroep nog niet was verstreken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen en heeft de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 907,00 zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Ristra-Peeters, in tegenwoordigheid van griffier mr. K. Veen.