ECLI:NL:RVS:2025:1259
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na hoger beroep
Op 26 maart 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om opheffing of wijziging van een voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 20 januari 2025 door de minister van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd kreeg. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend, waarop de rechtbank op 14 februari 2025 het beroep gegrond verklaarde, de opheffing van de maatregel met ingang van die dag beval en schadevergoeding toekende. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld, waarna de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, nu er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in het hoger beroep van de minister, er geen noodzaak is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.C.M. van Trappen, griffier.