ECLI:NL:RVS:2025:1369
Raad van State
- Hoger beroep
- J.C.A. de Poorter
- J.R. Kraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake vrijheidsontnemende maatregel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 14 januari 2025. De rechtbank had in die uitspraak geoordeeld dat de vreemdeling, die een vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd, recht had op schadevergoeding. De minister had op 8 december 2024 de maatregel opgelegd, maar de rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling gegrond voor wat betreft de tenuitvoerlegging van de maatregel. De minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 31 maart 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de bewaringsaccommodatie niet voldeed aan de eisen van de Opvangrichtlijn. De Afdeling vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Kraak, griffier.