ECLI:NL:RVS:2025:1402
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 2 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 26 februari 2025 de aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gegrond verklaard en het besluit van de minister van 8 december 2024 vernietigd. De rechtbank had de minister opgedragen binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, de vrijheidsontnemende maatregel op te heffen en schadevergoeding toe te kennen aan de vreemdeling. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als de vreemdeling afgewogen en besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 april 2025, en is vastgesteld door mr. M. den Heyer, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. van de Kolk, de griffier.