ECLI:NL:RVS:2025:1484
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en regulier
Op 5 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Tevens is de appellant opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten. De staatssecretaris heeft ook geweigerd om ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Tegen deze beslissing heeft de appellant, vertegenwoordigd door mr. A.A. Hardoar, advocaat in Amsterdam, beroep ingesteld bij de rechtbank. Op 3 februari 2025 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft op 3 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en concludeert dat het hoger beroep ongegrond is. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.