ECLI:NL:RVS:2025:1514

Raad van State

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
5 april 2025
Zaaknummer
202406863/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'Groenblauwe zone' in gemeente Zuidplas

Op 10 september 2024 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het bestemmingsplan 'Groenblauwe zone' vastgesteld, gelegen ten zuiden van Westergouwe, een in aanbouw zijnde woonwijk in Gouda waar tot 2034 ongeveer 4.500 woningen gerealiseerd zullen worden. Dit plan beoogt de uitbreiding van recreatieve mogelijkheden in het gebied. De Natuur- en Milieu Vereniging Zuidplas heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, omdat zij vreest voor ecologische schade door de herinrichting van het gebied. Om onomkeerbare gevolgen voor de natuurwaarden te voorkomen, heeft de vereniging de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 25 maart 2025, waar de vereniging vertegenwoordigd was door een gemachtigde en de raad door P.C. Stoffels en ing. M. van Tol, bijgestaan door mr. M.Y.C.L. de Wit, advocaat te Rotterdam. De voorzieningenrechter overweegt dat het plangebied zich in een fase bevindt waarin voorbereidende werkzaamheden niet onomkeerbare gevolgen zullen hebben. De raad heeft aangegeven dat er op korte termijn werkzaamheden zullen plaatsvinden, zoals het graven van een waterberging en het aanleggen van een fietspad, maar deze werkzaamheden wijken niet wezenlijk af van het vorige planologische regime. Bovendien zijn voor sommige werkzaamheden al onherroepelijke vergunningen verleend.

De voorzieningenrechter concludeert dat de vereniging niet gebaat is bij een schorsing van het bestemmingsplan, aangezien de stelling dat er in 2026 gebouwd zal worden onvoldoende is om spoedeisendheid aan te nemen. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken op 8 april 2025.

Uitspraak

202406863/2/R3.
Datum uitspraak: 8 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
Natuur- en Milieu Vereniging Zuidplas, gevestigd in Gouda,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Zuidplas,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 10 september 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Groenblauwe zone" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft de vereniging beroep ingesteld.
De vereniging heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vereniging en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 25 maart 2025, waar de vereniging, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door P.C. Stoffels en ing. M. van Tol, bijgestaan door mr. M.Y.C.L. de Wit, advocaat te Rotterdam, zijn verschenen.
Overwegingen
1.       Het plangebied ligt ten zuiden van Westergouwe. Dit is een in aanbouw zijnde woonwijk in de gemeente Gouda waar in de periode tot 2034 naar verwachting in totaal ongeveer 4.500 woningen worden gerealiseerd. Het plan voorziet in uitbreiding van recreatieve mogelijkheden binnen het plangebied.
2.       De vereniging vreest voor ecologische schade aan het gebied als wordt overgegaan tot herinrichting van het gebied. Zij heeft om deze reden beroep ingesteld. Om onomkeerbare gevolgen voor de aanwezige natuurwaarden te voorkomen heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
3.       De vereniging is sinds een aantal jaren actief onder de naam Natuur- en Milieu Vereniging Zuidplas. De statuten die zij heeft overgelegd betreffen echter de statuten van de Moordrechtse Milieuvereniging de Zuidplaspolder. In de bodemprocedure zal worden bezien hoe het beroep gelet hierop moet worden geduid.
4.       De raad heeft verklaard dat het de bedoeling is dat op korte termijn een waterberging wordt gegraven, een fietspad wordt verlegd en een voet- en fietspad worden aangelegd in de GroenBlauwe zone. Verder bestaat het voornemen om in het najaar van 2026 te gaan bouwen en een brug aan te leggen.
5.       De voorzieningenrechter is niet gebleken dat voorbereidende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd die feitelijk onomkeerbare gevolgen zullen hebben en waarvoor het bestemmingsplan nodig is om deze uit te kunnen voeren. Voor de werkzaamheden die op korte termijn worden uitgevoerd wijkt het nieuwe bestemmingsplan niet wezenlijk af van het vorige planologische regime. Voor een aantal van deze werkzaamheden is overigens al een onherroepelijke aanlegvergunning verleend. De vereniging is in zoverre niet gebaat bij een schorsing.
Voor het overige is ook niet gebleken dat voorbereidende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd die feitelijk onomkeerbare gevolgen zullen hebben en waarvoor het bestemmingsplan nodig is om deze uit te kunnen voeren. De enkele stelling dat het voornemen bestaat om in het najaar van 2026 te gaan bouwen is onvoldoende om spoedeisendheid belang aan te nemen bij een verzoek om schorsing van een bestemmingsplan.
6.       Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
7.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Priem, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen
voorzieningenrechter
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2025
646