ECLI:NL:RVS:2025:1525
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de Raad van State inzake bewaring door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat appellant, een vreemdeling, heeft ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 20 februari 2025 het beroep van appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Dit besluit volgde op een eerdere beslissing van de minister van Asiel en Migratie, die op 10 februari 2025 appellant in bewaring had gesteld. Appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Guman, heeft hoger beroep ingesteld, maar dit hogerberoepschrift is pas na de wettelijke termijn van 27 februari 2025 bij de Raad van State ingediend. De Raad van State heeft vastgesteld dat appellant geen redenen heeft aangevoerd om het hoger beroep toch ontvankelijk te verklaren, ondanks dat het te laat was ingediend. Hierdoor heeft de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en beslist dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van griffier mr. J.J.P.G. van Bekhoven. De uitspraak vond plaats op 9 april 2025.