ECLI:NL:RVS:2025:1539
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake aanvullend terugkeerbesluit minister van Asiel en Migratie
Op 10 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een aanvullend terugkeerbesluit dat op 18 februari 2025 door de minister van Asiel en Migratie is genomen. De rechtbank had op 19 maart 2025 het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. I. Özkara, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft volgens de Afdeling terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en concludeert dat het hoger beroep ongegrond is.
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 april 2025, waarbij mr. B. Meijer als lid van de enkelvoudige kamer en mr. T.W.A. Weber als griffier aanwezig waren.