ECLI:NL:RVS:2025:1548

Raad van State

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
202500946/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake exploitatieplan 'De Scheg Midden' in Amstelveen

Op 3 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoekster en de raad van de gemeente Amstelveen. De zaak betreft het exploitatieplan 'De Scheg Midden', dat op 27 november 2024 door de raad is vastgesteld. De verzoekster heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de verzoekster ten tijde van de vaststelling van het plan en tijdens de beroepstermijn geen eigenaar was van gronden in het plangebied en geen grondexploitatieovereenkomst heeft gesloten. Bovendien heeft zij geen vestiging in de omgeving van het plangebied, waardoor zij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het beroep van de verzoekster waarschijnlijk niet-ontvankelijk zal worden verklaard, omdat zij geen belanghebbende is en ook geen zienswijze tegen het ontwerp exploitatieplan heeft ingediend. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en de raad van de gemeente Amstelveen hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202500946/2/R1.
Datum uitspraak: 3 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekster], gevestigd in [plaats],
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Amstelveen,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 3 april 2025 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, voorzieningenrechter
griffier: mr. Y.C. Visser
Verschenen:
[verzoekster], vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B];
de raad, vertegenwoordigd door N.J. Cuperus en J.J. Koch;
VORM Ontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde C] en [gemachtigde D].
Bij besluit van 27 november 2024 heeft de raad onder meer het exploitatieplan "De Scheg Midden" vastgesteld. [verzoekster] heeft daartegen beroep ingesteld en heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af.
Gronden:
Op de zitting is vastgesteld dat [verzoekster] ten tijde van de vaststelling van het plan en tijdens de beroepstermijn geen eigenaar was van gronden in het plangebied en geen grondexploitatieovereenkomst heeft gesloten. Zij heeft ook geen vestiging in de omgeving van het plangebied. Daarom is zij geen belanghebbende bij het bestreden besluit. De voorzieningenrechter verwacht dat het beroep van [verzoekster] niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat zij geen belanghebbende is en ook geen zienswijze tegen het ontwerp exploitatieplan naar voren heeft gebracht.
De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. De Moor-van Vugt
voorzieningenrechter
w.g. Visser
griffier
148