ECLI:NL:RVS:2025:1563
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 11 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de minister van Asiel en Migratie een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had afgewezen. Dit besluit was genomen op 14 december 2024. Betrokkene, die in deze zaak als eiser optreedt, had tegen deze afwijzing beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. De rechtbank verklaarde het beroep op 21 maart 2025 gegrond, vernietigde het besluit van de minister en gaf de minister de opdracht om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. De minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij niet verplicht zou zijn om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing was genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.