ECLI:NL:RVS:2025:1750
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
Op 17 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. De rechtbank had op 23 oktober 2024 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd af te wijzen, vernietigd. De staatssecretaris had deze aanvraag op 3 augustus 2023 afgewezen. De minister ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank.
In de overwegingen van de Raad van State werd ingegaan op de risico's voor Afghaanse vreemdelingen die terugkeren uit westerse landen. De Raad oordeelde dat uit openbare bronnen niet blijkt dat deze vreemdelingen een reëel risico op ernstige schade lopen bij terugkeer naar Afghanistan. De minister hoefde daarom geen nader onderzoek te doen naar deze risico's. De Raad verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en de beoordeling van de risico's voor terugkerende vreemdelingen, waarbij de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank corrigeert en de minister in het gelijk stelt.