ECLI:NL:RVS:2025:1761
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 17 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van een betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 12 december 2024 was afgewezen. De betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 6 maart 2025 de aanvraag gegrond verklaarde en het besluit van de minister vernietigde. De rechtbank heeft de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van de minister in overweging genomen en besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 april 2025, en is vastgesteld door mr. M. den Heyer, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. van de Kolk, de griffier.