ECLI:NL:RVS:2025:1855
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bewaring door de minister van Asiel en Migratie
Op 27 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond. De rechtbank heeft op 20 maart 2025 het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. R. Koelman, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en ziet geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten.
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Jiawan, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 24 april 2025.