ECLI:NL:RVS:2025:1859

Raad van State

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
202405827/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank over huurtoeslag en terugvordering voorschot

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 8 augustus 2024. De rechtbank had het beroep van [appellant] tegen de beslissing van de Dienst Toeslagen ongegrond verklaard. Het geschil betreft de vaststelling van de huurtoeslag voor het jaar 2020, die op € 0,00 is vastgesteld, en de terugvordering van het ontvangen voorschot. De mondelinge uitspraak vond plaats op 10 april 2025, waarbij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde.

Tijdens de zitting op 10 april 2025, waar de Staatsraad mr. E.J. Daalder als voorzitter optrad, werd de zaak besproken. De gronden die [appellant] in hoger beroep aanvoerde, waren grotendeels een herhaling van de argumenten die eerder in de rechtbank waren gepresenteerd. De rechtbank had deze gronden gemotiveerd behandeld, en de Afdeling Bestuursrechtspraak kon zich vinden in het oordeel van de rechtbank en de overwegingen die in de uitspraak waren opgenomen. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Dienst Toeslagen geen proceskosten hoefde te betalen.

De uitspraak benadrukt het belang van de motivering van de rechtbank en de herhaling van argumenten in hoger beroep. De Afdeling concludeert dat de eerdere beslissing van de rechtbank juist was en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een andere uitkomst rechtvaardigen.

Uitspraak

202405827/1/A2.
Datum uitspraak: 10 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost­-Brabant (hierna: de rechtbank) van 8 augustus 2024 in zaak nr. 22/150 in het geding tussen:
[appellant]
en
de Belastingdienst/Toeslagen (nu en hierna: de Dienst Toeslagen) .
Openbare zitting gehouden op 10 april 2025 om 12:15 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.J. Daalder, voorzitter
Griffier: mr. O. van Loon
Jurist: mr. K.J. de Vries
Verschenen:
de Dienst Toeslagen, vertegenwoordigd door [gemachtigden].
====================================
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 8 augustus 2024 van de rechtbank waarin het beroep van [appellant] tegen de beslissing van de Dienst Toeslagen ongegrond is verklaard. Het geschil betreft de vaststelling van de huurtoeslag voor 2020 op € 0,00 en de terugvordering van het ontvangen voorschot.
Beslissing:
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Gronden:
De gronden die [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd zijn zo goed als een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de opgenomen overwegingen 10 tot en met 16, waarop dat oordeel is gebaseerd. Ook kan de Afdeling zich vinden in de evenredigheidstoets van de rechtbank in de overwegingen 17 tot en met 21.
De Dienst Toeslagen hoeft geen proceskosten te betalen.
w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Loon
griffier
284-1043