202403286/2/A3.
Datum beslissing: 25 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:
Juwelier Aramis B.V., gevestigd in Amsterdam,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 april 2024 in zaak nr. 22/5271 in het geding tussen:
Juwelier Aramis
en
de burgemeester van Amsterdam.
Procesverloop
Juwelier Aramis heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 april 2024 in zaak nr. 22/5271.
De burgemeester heeft de vertrouwelijke versie van één gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het betreft een bestuurlijke rapportage van 24 juni 2022.
Overwegingen
1. De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen. Volgens de burgemeester is dat nodig omdat in de bestuurlijke rapportages strafrechtelijke bijzondere persoonsgegevens zijn opgenomen. De Afdeling vat deze motivering zo op dat de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten in de weg staan aan kennisneming van de bestuurlijke rapportage door Juwelier Aramis.
2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3. De Afdeling heeft de bestuurlijke rapportage ingezien. Zij stelt vast dat daarin namen staan van personen en informatie over personen en feiten met betrekking tot de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Ten aanzien van deze informatie oordeelt de Afdeling dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de opsporing en vervolging van strafbare feiten zwaarder wegen dan het belang dat Juwelier Aramis kennisneemt van het stuk. Dat geldt echter niet voor de volgende delen van de bestuurlijke rapportage:
* bladzijde 1 (met uitzondering van de namen van personen);
* bladzijde 2 eerste alinea;
* bladzijde 4 onder 5: Afsluiting (met uitzondering van de namen van personen en hun handtekeningen).
Naar het oordeel van de Afdeling weegt voor deze passages het belang van Juwelier Aramis om daarvan kennis te nemen zwaarder. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming in zoverre niet gerechtvaardigd.
4. De Afdeling bepaalt dat de burgemeester binnen zeven dagen een overeenkomstig overweging 3 geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en aan Juwelier Aramis toestuurt.
5. Indien de burgemeester geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek af wat betreft de in overweging 3 genoemde delen;
II. verzoekt de burgemeester binnen zeven dagen na heden een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en de andere partij toe te sturen;
III. wijst het verzoek voor het overige toe.
Aldus vastgesteld door mr. N.H. van den Biggelaar, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.
w.g. Van den Biggelaar
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer
w.g. Van Tuyll van Serooskerken
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 april 2025
290