ECLI:NL:RVS:2025:1888
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake bewaring door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft de minister van Asiel en Migratie op 20 maart 2025 appellant in bewaring gesteld. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 8 april 2025 het beroep ongegrond heeft verklaard en het verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Jankie, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 30 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De motivering van de rechtbank wordt overgenomen, en het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling ziet geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.