202500409/2/R2.
Datum uitspraak: 29 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
De Mispelhoef B.V., gevestigd te Eindhoven,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Eindhoven,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 november 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Oirschotsedijk - A. Fokkerweg (Groene Corridor)" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft De Mispelhoef B.V. beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld op 22 april 2025, waar De Mispelhoef B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], bijgestaan door [gemachtigde C], en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.J.A.P. Peters en F.D.C. van Gils, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. Het plan maakt één van de zes deelgebieden van de doorfietsroute "Groene Corridor" in Eindhoven mogelijk. Het plangebied omvat een gedeelte van de weg Oirschotsedijk, waar op grond van het plan uitsluitend langzaam verkeer is toegestaan. Het plan voorziet ook in een fietsbrug ter plaatse van de kruising van de Oirschotsedijk met de Anthony Fokkerweg en in nieuwe ontsluitingen voor de wijk Tegenbosch en het crematorium aan de Anthony Fokkerweg.
2. De Mispelhoef B.V. exploiteert de horecagelegenheid "De Mispelhoef" aan de Oirschotsedijk 9 in Eindhoven. Zij vreest dat door het plan de bereikbaarheid van haar horecagelegenheid aanzienlijk zal verslechteren. Daarom heeft zij beroep ingesteld tegen de vaststelling van het plan en gevraagd de voorlopige voorziening te treffen dat het plan wordt geschorst, zolang de Afdeling nog niet op het beroep heeft beslist.
Ontvankelijkheid
3. De raad stelt dat het verzoek van De Mispelhoef B.V. niet-ontvankelijk is, omdat het beroep is ingesteld namens [gemachtigde A] en [gemachtigde B], en omdat zij geen belanghebbenden zijn bij deze procedure. Volgens de raad hebben [gemachtigde A] en [gemachtigde B] geen rechtstreeks belang bij het bestreden besluit, omdat de aangevoerde beroepsgronden gaan over onderwerpen die slechts De Mispelhoef B.V. aangaan.
3.1. Uit het beroepschrift en het verhandelde ter zitting blijkt dat [gemachtigde A] en [gemachtigde B] hebben beoogd om namens de Mispelhoef B.V. beroep in te stellen. Vaststaat dat [gemachtigde A] enig bestuurder is van [vennootschap]., die op haar beurt enig bestuurder is van De Mispelhoef B.V. [gemachtigde A] is hiermee feitelijk enig bestuurder van De Mispelhoef B.V. Gelet hierop moet het er voor worden gehouden dat in elk geval [gemachtigde A] in beroep heeft beoogd om, als bestuurder, namens de Mispelhoef B.V. beroep in te stellen.
De Mispelhoef B.V. kan als belanghebbende worden aangemerkt, nu zij de horecagelegenheid "De Mispelhoef" gelegen direct naast het plangebied exploiteert. Om die reden is De Mispelhoef B.V. belanghebbende bij deze procedure en is het verzoek ontvankelijk. Reeds omdat het verzoek van De Mispelhoef B.V. naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ontvankelijk is, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om in te gaan op de vraag of [gemachtigde B] belanghebbende is.
Toetsingskader
4. De voorzieningenrechter kan, gelet op het bepaalde in artikel 8:81, eerste lid, van de Awb een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Een voorlopige voorziening is een tijdelijke maatregel, die kan worden getroffen in afwachting van de beslissing op een ingediend beroep. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is. Een dergelijk spoedeisend belang kan er in dit geval alleen zijn wanneer het voor De Mispelhoef B.V. nadelige gevolgen kan hebben als het plan in de tussentijd al gaat gelden.
Spoedeisend belang
5. Het verzoek van de Mispelhoef B.V. richt zich op het gedeelte van het plan dat erin voorziet dat uitsluitend langzaam verkeer is toegestaan op de weg Oirschotsedijk vanaf de Anthony Fokkerweg. De raad heeft toegelicht dat de daarvoor benodigde verkeersmaatregelen worden getroffen op het moment dat met de bouw van de fietsbrug over de Anthony Fokkerweg wordt gestart. De raad heeft in dit verband toegelicht dat de aanvraag voor een omgevingsvergunning ten behoeve van de realisatie van de fietsbrug in november of december 2025 wordt verwacht en dat de feitelijke werkzaamheden niet vóór 2026 zullen worden uitgevoerd.
Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat op dit moment geen onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan te verwachten zijn. Dit betekent dat een spoedeisend belang ontbreekt bij het treffen van een voorlopige voorziening.
Conclusie
6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat spoedeisend belang ontbreekt.
Tot slot
7. De voorzieningenrechter wijst erop dat De Mispelhoef B.V. een nieuw verzoek om een voorlopige voorziening kan indienen als zich nieuwe of andere omstandigheden voordoen die maken dat alsnog een voorlopige voorziening moet worden getroffen voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op het beroep.
Proceskosten
8. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. B. Meijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.E.H.J. Vollaers, griffier.
w.g. Meijer
voorzieningenrechter
w.g. Vollaers
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 april 2025
880-1075