ECLI:NL:RVS:2025:1911
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om opheffing ongewenstverklaring
Op 30 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om opheffing van een ongewenstverklaring door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het verzoek was afgewezen bij besluit van 23 februari 2023. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond op 14 juni 2023. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 25 maart 2025 het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ook ongegrond. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. De Afdeling oordeelde dat het hoger beroep niet gericht was tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de appellant niet had uitgelegd waarom deze uitspraak volgens hem onjuist was. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was. De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.