ECLI:NL:RVS:2025:1986

Raad van State

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
202407921/3/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke vrijheidsontneming

Op 1 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een zaak betreffende een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel was opgelegd bij besluit van 24 november 2024. De rechtbank had op 24 december 2024 het beroep van verzoeker tegen de tenuitvoerlegging van deze maatregel gegrond verklaard, maar het hoger beroep van zowel de minister als verzoeker leidde tot een verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels op de hoger beroepen is beslist, waardoor er geen noodzaak meer was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is afgewezen en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202407921/3/V3.
Datum uitspraak: 1 mei 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet:
[verzoeker],
verzoeker.
Procesverloop
Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie verzoeker een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Bij uitspraak van 24 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond, de wijziging van de tenuitvoerlegging van de maatregel met ingang van die dag bevolen en de minister opgedragen verzoeker schadeloos te stellen.
Tegen deze uitspraak hebben de minister en verzoeker hoger beroep ingesteld. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag heeft de Afdeling op de hoger beroepen beslist. Daarom wordt geen voorlopige voorziening getroffen.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
w.g. Nederhoff
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2025
918