ECLI:NL:RVS:2025:20
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdelingen tegen minister van Asiel en Migratie
Op 6 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen na een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 25 november 2024 de beroepen van de vreemdelingen tegen besluiten van de minister van Asiel en Migratie ongegrond verklaard. Deze besluiten, genomen op 8 augustus 2024, verklaarden de aanvragen van de vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk. De vreemdelingen hebben tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op 30 december 2024 al een uitspraak is gedaan op het hoger beroep van de vreemdelingen. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening niet in behandeling genomen. De voorzieningenrechter verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk en oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 6 januari 2025, waarbij mr. J.C.A. de Poorter als voorzieningenrechter en mr. L.S. van den Oosterkamp als griffier aanwezig waren.