ECLI:NL:RVS:2025:2013
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 2 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De appellant, vertegenwoordigd door mr. L.I. Siers, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 4 februari 2025 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verklaarde op 18 april 2025 het beroep van de appellant ongegrond. Hierop heeft de appellant hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en de voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 mei 2025.