ECLI:NL:RVS:2025:2042
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake weigering inzage politiegegevens door korpschef
In deze zaak heeft de korpschef van politie geweigerd aan [appellant] inzage te geven in haar politiegegevens, geregistreerd onder nummer [...]_BVH van 19 november 2021. Het verzoek om inzage is afgewezen op basis van artikel 27, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet politiegegevens, als noodzakelijke en evenredige maatregel ter bescherming van de rechten en vrijheden van derden. De uitspraak betreft een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 4 juli 2024, waarin het beroep van [appellant] tegen een eerder besluit van 17 mei 2023 ongegrond werd verklaard.
De mondelinge uitspraak vond plaats op 28 april 2025, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de aangevallen uitspraak heeft bevestigd. De Afdeling heeft de registratie ingezien met toestemming van [appellant] en onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het recht van [appellant] op inzage niet onbegrensd is. Het geven van inzage zou een ernstige inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van derden, en het is niet mogelijk om gegevens af te schermen om herleidbaarheid te voorkomen. De Afdeling heeft ook opgemerkt dat het vermoeden van [appellant] dat de politie haar meldingen niet serieus neemt, niet van doorslaggevend gewicht is. De korpschef is niet verplicht om proceskosten te vergoeden.