ECLI:NL:RVS:2025:2239

Raad van State

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
BRS.25.000340
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. den Heyer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake bewaring van appellant door de minister van Asiel en Migratie

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 28 maart 2025, waarin het beroep van appellant tegen de bewaring door de minister van Asiel en Migratie ongegrond werd verklaard. De rechtbank had op 7 maart 2025 besloten om appellant in bewaring te stellen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. S.R. den Toonder, heeft hoger beroep ingesteld omdat hij van mening is dat de rechtbank niet binnen de wettelijke termijn uitspraak heeft gedaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de rechtbank de uitspraak niet binnen de vereiste termijn van zeven dagen na sluiting van het onderzoek heeft gedaan. De rechtbank had de uitspraak op 28 maart 2025 bekendgemaakt, terwijl het onderzoek op 20 maart 2025 was gesloten. De Afdeling heeft de rechtbank gevraagd om de overschrijding van de termijn te verklaren, waarop de rechtbank aangaf dat een interne storing de vertraging had veroorzaakt. De Afdeling oordeelt dat deze verklaring geen bijzondere omstandigheid vormt die de overschrijding rechtvaardigt. Het hoger beroep is gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het beroep is gegrond verklaard. Appellant heeft recht op schadevergoeding van €800,00 en de minister van Asiel en Migratie moet de proceskosten vergoeden tot een bedrag van €2.721,00.

Uitspraak

BRS.25.000340
Datum uitspraak: 20 mei 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[appellant],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 28 maart 2025 in zaak nr. NL25.11125 in het geding tussen:
[appellant]
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 7 maart 2025 heeft de minister appellant in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 28 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.R. den Toonder, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.        Appellant klaagt in de eerste grief dat de rechtbank niet binnen de wettelijke termijn uitspraak heeft gedaan.
1.1.        Gelet op artikel 94, vijfde lid, van de Vw 2000 wordt in bewaringszaken uitspraak gedaan binnen zeven dagen na de sluiting van het onderzoek. Een uitspraak is pas binnen zeven dagen gedaan als dat ook in het openbaar is gebeurd. Dat volgt uit artikel 8:78 van de Awb. Als de termijn van zeven dagen wordt overschreden, dan leidt dat tot onrechtmatigheid van de bewaring, vanaf de dag nadat de termijn voor het doen van de uitspraak was geëindigd. Dat is alleen anders als er sprake was van feiten en omstandigheden die een overschrijding van de termijn kunnen rechtvaardigen. Dat heeft de Afdeling overwogen in haar uitspraak van 29 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4321, onder 1.1.
1.2.        In dit geval is het onderzoek op de zitting van 20 maart 2025 gesloten. Maar onder de uitspraak van de rechtbank staat dat deze in het openbaar is uitgesproken en is bekendgemaakt op 28 maart 2025. De rechtbank heeft dus niet binnen de termijn van zeven dagen uitspraak gedaan.
1.3.        De Afdeling heeft de rechtbank daarom verzocht de overschrijding van de termijn te verklaren. De rechtbank heeft daarop toegelicht dat de overschrijding te wijten is aan een interne storing bij de administratieve verwerking van de uitspraak. Dat heeft geleid tot een vertraging bij de openbaarmaking van de uitspraak.
1.4.        De Afdeling ziet in die verklaring geen bijzondere omstandigheid die een schending van de termijn rechtvaardigt. De grief slaagt daarom.
2.        Wat appellant verder heeft aangevoerd, leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het verder aangevoerde geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
3.        De Afdeling ziet ambtshalve geen reden om de bewaring al vanaf een eerdere datum onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is gegrond. De Afdeling vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Het beroep is gegrond. Omdat de maatregel van bewaring al is opgeheven, is een bevel tot opheffing niet nodig. Appellant heeft wel recht op schadevergoeding (artikel 106, eerste lid, van de Vw 2000). Deze vergoeding wordt daarom aan appellant toegekend. De minister moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.        vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 28 maart 2025 in zaak nr. NL25.11125;
III.        verklaart het beroep gegrond;
IV.        kent aan appellant een vergoeding toe van € 800,00 over de periode van 28 maart 2025 tot en met 4 april 2025, ten laste van de Staat der Nederlanden, te betalen door de griffier van de Raad van State;
V.        veroordeelt de minister van Asiel en Migratie tot vergoeding van bij appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.721,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. M. den Heyer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Kraak, griffier.
w.g. Den Heyer
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Kraak
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2025
959