202400930/1/R4.
Datum uitspraak: 21 mei 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Tussenuitspraak met toepassing van artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend in Ermelo,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Ermelo,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 november 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Hamburgerweg 149-151" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en anderen hebben nadere stukken ingediend.
Bij besluit van 13 november 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Hamburgerweg 149-151" (hierna: het reparatieplan) opnieuw en gewijzigd vastgesteld (hierna: het herstelbesluit).
[appellant] en anderen hebben hiertegen beroepsgronden ingediend.
De raad heeft een reactie en nadere stukken ingediend. Ook [appellant] en anderen hebben een reactie en nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op een zitting behandeld op 28 maart 2025, waar [appellant] en anderen, in de persoon van [appellant A], bijgestaan door mr. Tj.P. Grünbauer, advocaat in Ede, en [persoon], en de raad, vertegenwoordigd door ing. S.M.L. Veneman-van Beek en M. Prince, zijn verschenen. Verder is daar Stichting Uwoon, vertegenwoordigd door [gemachtigde], als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 10 februari 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Inleiding
2. Het bestemmingsplan voorziet als fase 1 in de mogelijkheid van elf grondgebonden woningen in twee blokken van vier en zeven woningen op een locatie aan de Hamburgerweg. Daar bevinden zich momenteel twee woningen, die zullen worden gesloopt, en een grasveld. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van het plangebied aan de Wethouder Paulushof. Zij vrezen nadelige gevolgen van de ontwikkeling te ondervinden, in het bijzonder voor de verkeerssituatie omdat de ontsluiting voor de nieuwe woningen is voorzien via de Wethouder Paulushof. Uwoon is de initiatiefnemer van de ontwikkeling. Zij wil hier sociale huurwoningen realiseren.
2.1. Het reparatieplan voorziet in een herstel en wijziging van het bestemmingsplan en vervangt dit in zijn geheel. Het plangebied is daarbij ongewijzigd.
Hoe toetst de Afdeling?
3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
3.1. Het besluit tot vaststelling van het reparatieplan wordt, gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Awb, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding. De beroepsgronden tegen het bestemmingsplan worden geacht ook te zijn gericht tegen het reparatieplan. De Afdeling zal zich bij de beoordeling van de beroepsgronden richten op het reparatieplan.
Ontsluiting en haakse bocht
4. [appellant] en anderen voeren aan dat ontsluiting van de voorziene woningen via de Hamburgerweg verre de voorkeur heeft boven ontsluiting via de Wethouder Paulushof. De Wethouder Paulushof is niet geschikt voor het extra verkeer, in het bijzonder door een smalle, haakse aansluitende bocht bij huisnummer 16. De verkeersonderzoeken zijn onvolledig en onjuist. Zo heeft Goudappel die bocht niet onderzocht. De bochtstraal voldoet niet aan de aanbevelingen van de CROW. De conclusie van de raad dat ontsluiting via de Wethouder Paulushof een lichte voorkeur heeft, is niet valide, zo stellen [appellant] en anderen. [appellant] en anderen wijzen erop dat er op termijn een ontsluiting van het plangebied aan de Hamburgerweg zal komen, maar onduidelijk is waar en wanneer dat het geval zal zijn Een ontsluiting recht voor de Jan van Malesteinweg wordt door het voorziene blokje van vier woningen onmogelijk gemaakt.
4.1. Bureau Roelofs heeft in opdracht van Uwoon over onder meer de aspecten parkeren en verkeersontsluiting de notitie ‘Verkeerstoets plan Hamburgerweg Ermelo’ van 13 oktober 2022 opgesteld. Roelofs is in deze notitie niet uitdrukkelijk ingegaan op de haakse bocht bij nummer 16. Wel heeft Roelofs met een rijcurvesimulatie bevestigd dat een brandweerauto het plangebied kan bereiken.
Roelofs heeft in opdracht van de raad over de verkeersveiligheid de notitie ‘Bouwplannen Hamburgerweg 149-151’ van 24 maart 2023 opgesteld. Hierin concludeert Roelofs dat de haakse bocht bij nummer 16 niet overzichtelijk is en anders moet. Het ontwerp van de weg is, mede door de komst daar van vier parkeerplaatsen, zonder aanpassingen uit oogpunt van verkeersveiligheid niet wenselijk. Die situatie moet volgens Roelofs worden verbeterd.
Er is vervolgens een nieuw civieltechnisch ontwerp voor de haakse bocht gemaakt. Hierin is een afrondingsstraal van 4 m toegepast en het trottoir is verlengd. Naast de haag bij nummer 16 is een ruimte van 5,4 m.
Op 28 juni 2023 heeft Goudappel in opdracht van de raad het rapport ‘Verkeersonderzoek ontsluiting woningbouw Hamburgerweg - Ermelo’ opgesteld. Goudappel beschrijft een voorkeur voor een ontsluiting via de Wethouder Paulushof op de Oude Telgterweg, vooral omdat het oprijzicht bij de Oude Telgterweg aanzienlijk beter is dan bij de Hamburgerweg. Ook stelt Goudappel dat de Wethouder Paulushof geschikt is om het extra verkeer te verwerken. Goudappel is in het onderzoek niet ingegaan op de haakse bocht omdat die volgens de raad al is getoetst door Roelofs en haalbaar is geacht.
4.2. Met de hiervoor samengevat weergegeven onderzoeken heeft de raad onderzoek laten doen naar de toekomstige verkeerssituatie. Deze onderzoeken beschrijven echter niet alle relevante aspecten. Roelofs acht de haakse bocht verkeersonveilig en Goudappel heeft deze bocht buiten haar beoordeling gelaten. Op de zitting heeft de raad gesteld dat verkeerskundigen van de gemeente van mening zijn dat de haakse bocht zodanig kan worden aangelegd dat deze verkeersveilig is. Deze interne advisering is echter niet neergelegd in de ingebrachte stukken en de Afdeling kan deze dus niet beoordelen. Hier komt bij dat in de bocht parkeervakken zijn voorzien en dat voorshands niet duidelijk is of achterwaarts in- of uitrijden van die vakken daar veilig kan plaatsvinden. Ook daarover heeft de raad geen duidelijke uitleg gegeven. Ditzelfde geldt voor de aanwezigheid in de bocht van een hoge haag en een boom. Evenmin is duidelijk hoe de raad aankijkt tegen een mogelijke situatie waarbij hulpdiensten met stilstaande voertuigen nabij de bocht worden geconfronteerd. Uit wat de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland op 13 september 2022 over een kennelijk eerder concept van de bocht naar voren heeft gebracht, volgt niet dat het voorgaande bij het advies is betrokken. Verder is onduidelijk wat het standpunt van de raad is over het voetgangerspad dat in of na de bocht kennelijk eindigt. Het is de Afdeling niet duidelijk waarom de raad het definitieve civieltechnische ontwerp voor de bocht niet heeft laten beoordelen door Roelofs, Goudappel of een andere externe deskundige. Ook is niet duidelijk hoe de aanleg van de bocht zich verhoudt tot het planologische regime en de eigendomsverhoudingen ter plaatse, wat in het licht van de uitvoerbaarheid van het reparatieplan ook relevant is.
Het betoog slaagt.
Woon- en leefklimaat
5. [appellant] en anderen betogen dat het extra verkeer door de Wethouder Paulushof leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat. Ook kunnen hun kinderen daardoor niet meer veilig op straat spelen.
5.1. Deze beroepsgrond houdt verband met de beroepsgrond over de haakse bocht. Daarover heeft de Afdeling onder 4.2 overwogen dat het herstelbesluit gebrekkig is. De Afdeling zal de beroepsgrond over het woon- en leefklimaat daarom pas beoordelen na het herstel door de raad van het besluit tot vaststelling van het reparatieplan.
Alternatief plan
6. [appellant] en anderen betogen dat de raad het door hen aangedragen alternatieve stedenbouwkundige plan onvoldoende bij de afweging van de belangen heeft betrokken. Daarbij verwijzen zij naar de uitspraak van de Afdeling van 17 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3362, waaruit volgt dat de raad de voor- en nadelen van alternatieven in de afweging dient mee te nemen. 6.1. De raad moet bij de keuze van een bestemming een afweging maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beleidsruimte. De voor- en nadelen van alternatieven moeten in die afweging worden meegenomen.
6.2. Uit de aan het reparatieplan ten grondslag gelegde stukken valt niet op te maken dat de raad het door [appellant] en anderen ingezonden alternatieve stedenbouwkundige plan heeft beoordeeld. Dat alternatieve plan is voldoende concreet en tijdig kenbaar gemaakt aan de raad. Op de zitting heeft de raad erkend dat hier niet specifiek op is ingegaan. Voor zover de raad als standpunt inneemt dat het alternatieve plan niet wordt overgenomen omdat daarin wordt uitgegaan van een nieuwe ontsluiting van fase 1 op een druk en onoverzichtelijk punt op de Hamburgerweg, kan de Afdeling dit volgen. Maar daarmee is de raad niet ingegaan op de voordelen van het alternatieve plan dat een ontsluiting via de Wethouder Paulushof niet nodig is en is voorzien in twee toegangswegen tot de nieuwe woningen. Dat de raad op de zitting heeft gesteld geen woningen in het middengebied te willen hebben, maar juist langs de Hamburgerweg, maakt dat niet anders. Dit standpunt is kennelijk gebaseerd op een advies van de Commissie omgevingskwaliteit. Dat advies bevindt zich echter niet bij de stukken en is pas op de zitting door de raad genoemd. Dit betekent dat de raad niet in voldoende mate is ingegaan op de voor- en nadelen van het alternatieve plan.
Het betoog slaagt.
Aansluiting op de Oude Telgterweg
7. [appellant] en anderen betogen verder dat de raad niet heeft geborgd dat op veilige wijze kan worden aangesloten op de Oude Telgterweg. Daarnaast behoeft die weg allerlei verkeerskundige aanpassingen.
7.1. De Afdeling stelt voorop dat deze beroepsgrond los van de uitkomst van de beroepsgrond over de haakse bocht kan worden beoordeeld. De Wethouder Paulushof is aangesloten op de Oude Telgterweg. Dat deze aansluiting in de huidige situatie verkeerskundig problematisch is, hebben [appellant] en anderen niet gesteld. Met de voorziene elf woningen gaat het om ongeveer 64 extra motorvoertuigen per werkdag door de Wethouder Paulushof. De Afdeling ziet geen aanleiding om de raad niet in zijn standpunt te volgen dat deze aansluiting zodanig is vormgegeven dat deze ook het extra verkeer van de voorziene elf woningen op goede wijze zal kunnen verwerken. Uit het rapport van Goudappel van 28 juni 2023 volgt dat het oprijzicht ter plaatse daarvoor geen belemmering is. Dat het gewenst is de Oude Telgterweg met het oog op veiligheid van fietsers en het parkeren zelf aan te passen, is iets dat het reparatieplan niet raakt. De Afdeling ziet geen grond om de raad niet te volgen in zijn standpunt dat de capaciteit van deze weg zodanig is dat het aantal extra motorvoertuigen als gevolg van het reparatieplan goed kan worden afgewikkeld. De raad heeft zich hiervoor gebaseerd op de notitie van Roelofs van 13 oktober 2022 waarin dit staat.
Het betoog slaagt niet.
Bouwverkeer
8. [appellant] en anderen wijzen erop dat het bouwverkeer voor de nieuwe woningen een jaar lang door de Wethouder Paulushof zal rijden, terwijl van de kant van de gemeente toezeggingen zijn gedaan dat dit via de Hamburgerweg zal verlopen.
8.1. Wat [appellant] en anderen hier aanvoeren, gaat niet over het reparatieplan zelf, maar over de uitvoering daarvan. Uitvoeringsaspecten kunnen in deze procedure niet aan de orde komen. De Afdeling bespreekt deze beroepsgrond en de vraag of er al dan niet toezeggingen zijn gedaan, daarom niet inhoudelijk. Wel stelt zij vast dat de raad op de zitting heeft bevestigd dat het bouwverkeer via de Hamburgerweg zal aan- en afrijden.
Het betoog slaagt niet.
Wijzigingen na de planvaststelling
9. [appellant] en anderen betogen dat na vaststelling van het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid voor twee extra woningen en stukken, zoals AERIUS-rapporten van 28 november 2023, daaraan zijn toegevoegd, waarin de raad en zij niet zijn gekend. De raad heeft het college van burgemeester en wethouders ook niet gemandateerd om die wijzigingen in het bestemmingsplan door te voeren. [appellant] en anderen voeren aan dat zij door die wijzigingsbevoegdheid in een slechtere positie worden gebracht omdat uit de onderliggende stukken volgt dat niet al bij fase 2 maar pas bij fase 3 zal worden voorzien in een ontsluiting van alle woningen op de Hamburgerweg.
9.1. De raad erkent dat er fouten zijn gemaakt en dat na vaststelling van het bestemmingsplan daarin op de landelijke voorziening wijzigingen zijn doorgevoerd en daaraan stukken zijn toegevoegd waarover de raad niet heeft beslist. De raad heeft met het oog daarop het reparatieplan vastgesteld. Anders dan [appellant] en anderen betogen, is de raad bevoegd het besluit op deze wijze te herstellen. De raad heeft hiervoor geen toepassing hoeven geven aan afdeling 3.4 van de Awb omdat de aanpassing naar aard en omvang niet zodanig is dat een wezenlijk ander plan is vastgesteld.
9.2. Artikel 3.7.1 van de regels van het reparatieplan luidt:
"Ten behoeve van het toevoegen van twee extra woningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het toevoegen van twee extra woningen binnen de bestemming ‘Wonen’ met inachtneming van het volgende:
a. planwijziging is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bestemming ‘Wonen’;
b. de wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast indien de toegangsweg niet aan de Wethouder Paulushof maar aan de Hamburgerweg wordt ontsloten,
c. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast voor het realiseren van sociale huurwoningen;
d. er dient een stedenbouwkundig plan te worden over(ge)legd waarin wordt aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke inrichting;
e. er dient aangetoond te worden dat voldaan wordt aan de parkeernormen zoals vastgesteld in het gemeentelijke parkeerbeleid."
9.3. Uit de wijzigingsregels volgt dat bij het toepassing geven aan de wijzigingsbevoegdheid moet worden voorzien in een ontsluiting op de Hamburgerweg. Dit geldt dan, zo is op de zitting door de raad bevestigd, niet alleen voor die twee extra woningen, maar voor alle woningen uit fase 1. Wat hierover in onderliggende stukken is vermeld, kan niet afdoen aan de wijzigingsregel, waarin dit ook is bepaald. Op de zitting heeft de raad ook verduidelijkt dat met het besluit tot vaststelling van het reparatieplan geen wijziging is beoogd in de beslisonderdelen 2 en 3 van het besluit van 21 november 2023 om een snelheidsregime van 30 km/u in te stellen op de Wethouder Paulushof en om bij de ontwikkeling van de fases 2 en 3 het gehele gebied te ontsluiten op de Hamburgerweg. De Afdeling ziet niet in dat [appellant] en anderen door het reparatieplan in een slechtere positie zijn gebracht. Op de zitting heeft de raad verder aangeduid waar een of twee extra woningen binnen het plangebied kunnen komen, namelijk aansluitend aan de rij van de in het reparatieplan voorziene zeven woningen.
Het betoog slaagt niet.
Aanvullende beroepsgronden
10. In hun reactie wijzen [appellant] en anderen op een aantal andere punten in het reparatieplan die volgens hen gebrekkig zijn. De raad heeft op de zitting erkend althans niet weersproken dat dit gebreken zijn. De Afdeling zal de punten, voor zover deze ook naar het oordeel van de Afdeling gebrekkig zijn, kortheidshalve alleen benoemen:
1. het plan heeft een lijst met horecabedrijven die nergens naar verwijst;
2. artikel 1.49 van de planregels omschrijft een woning als vrijstaand of aaneengebouwd, terwijl artikel 3.2.2 bepaalt dat woonhuizen alleen in een rij mogen worden gebouwd;
3. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - wonen toegestaan" in artikel 3.5.1 van de planregels komt niet terug in de verbeelding;
4. de verwijzing in het tweede als 3.5.2 genummerde artikel van de planregels naar het advies Natuurinclusief bouwen is onjuist wat betreft vindplaats, datum en (concept)versie. Ook bevindt een dergelijk advies zich als bijlage bij de planregels en als bijlage bij de plantoelichting;
5. een regeling inzake parkeren ontbreekt voor de vergunningverlening. Hiervoor kan niet worden teruggevallen op het op 8 juni 2017 vastgestelde bestemmingsplan "Parkeernormen" omdat dit voor het plangebied van het reparatieplan niet meer geldend is.
Deze betogen slagen.
Conclusie
11. Gelet op wat de Afdeling onder 4.2, 6.2 en 10 heeft overwogen, is het besluit van 13 november 2024 niet deugdelijk gemotiveerd en niet zorgvuldig voorbereid.
Bestuurlijke lus
12. Ingevolge artikel 8:51d van de Awb kan de Afdeling het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen.
12.1. Met het oog op een spoedige beëindiging van het geschil zal de Afdeling de raad opdragen om binnen 26 weken na verzending van deze tussenuitspraak de onder 4.2, 6.2 en 10 vermelde gebreken in het besluit van 13 november 2024 te herstellen. Dit kan door alsnog deugdelijk te motiveren op welke wijze voor de voorziene woningen een voor alle weggebruikers - waaronder ook hulpdiensten - verkeerstechnisch bruikbare en veilige, en ook - wat betreft planologisch regime en eigendomsverhoudingen - uitvoerbare ontsluitingsweg kan worden aangelegd. Daarbij zal de raad ook inzicht moeten geven in aspecten als maatvoering en bochtstralen, zal hij de voorgenomen aanleg van parkeerplaatsen in de haakse bocht moeten betrekken, en zal hij ook moeten aangeven hoe het zit met het voetpad en te handhaven groenvoorzieningen daar. Ook zal de raad een standpunt moeten innemen over de door [appellant] en anderen ingebrachte alternatieve stedenbouwkundige invulling van het plangebied. Voor de onder 10 genoemde gebreken zal de raad het besluit van 13 november 2024 moeten herstellen door een gewijzigd of nieuw besluit te nemen.
12.2. De raad moet de Afdeling en partijen de uitkomst meedelen en een gewijzigd of nieuw besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendmaken en meedelen. Afdeling 3.4 van de Awb hoeft bij de voorbereiding van een gewijzigd of nieuw besluit niet opnieuw te worden toegepast.
12.3. In de einduitspraak zal de Afdeling bezien of [appellant] en anderen nog belang hebben bij een beoordeling van het beroep tegen het besluit van 21 november 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan.
Proceskosten en griffierecht
13. In de einduitspraak wordt beslist over vergoeding van de proceskosten en het betaalde griffierecht.
13.1.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
draagt de raad van de gemeente Ermelo op om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak met inachtneming van wat daarin is overwogen:
a. de onder 4.2, 6.2 en 10 omschreven gebreken in het besluit van 13 november 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Hamburgerweg 149-151" te herstellen; en
b. de Afdeling en partijen de uitkomst mee te delen en een gewijzigd of nieuw besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mee te delen.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, griffier.
w.g. Hoekstra
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Bechinka
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 mei 2025
371