ECLI:NL:RVS:2025:2298

Raad van State

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
21 mei 2025
Zaaknummer
202303901/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" en de gevolgen voor het pluimveebedrijf van appellant

Op 21 mei 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een geschil over het bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" dat op 13 april 2023 door de raad van de gemeente Gemert-Bakel is vastgesteld. Appellant, eigenaar van een pluimveebedrijf, heeft bezwaar gemaakt tegen dit bestemmingsplan omdat hij vreest voor overlast door de uitbreiding van het nabijgelegen Naturistisch Recreatiepark Elsendorp. Het bestemmingsplan biedt ruimte voor deze uitbreiding, wat appellant als een bedreiging voor zijn bedrijfsvoering beschouwt.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 21 februari 2025, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.H.D. Elings, en de raad werd vertegenwoordigd door mr. F.T.H. Branten en drs. H.W. Niezen. Tijdens de zitting heeft de raad een aantal wijzigingen voorgesteld aan het bestemmingsplan, die de mogelijkheden voor afscherming tussen het perceel van appellant en het recreatiepark verruimen. Appellant heeft aangegeven dat deze wijzigingen hem voldoende tegemoetkomen, waardoor zijn beroep verder geen bespreking meer behoeft.

De Afdeling heeft geoordeeld dat het beroep tegen het besluit van 16 mei 2024 gegrond is en heeft dit besluit gedeeltelijk vernietigd. De raad is opgedragen om de wijzigingen binnen vier weken na de uitspraak te verwerken in het bestemmingsplan. Het beroep tegen het eerdere besluit van 13 april 2023 is niet-ontvankelijk verklaard, omdat het geschil inmiddels was beslecht. De raad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant en het griffierecht.

Uitspraak

202303901/1/R2.
Datum uitspraak: 21 mei 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] h.o.d.n. [bedrijf], wonend in Elsendorp, gemeente Gemert-Bakel,
appellant,
en
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 april 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" gewijzigd.
[appellant] is in de gelegenheid gesteld een schriftelijke reactie te geven op het besluit van 16 mei 2024 en heeft daarvan gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft de zaak op een zitting behandeld op 21 februari 2025, waar [appellant], bijgestaan door mr. J.H.D. Elings, advocaat te Tilburg, en de raad, vertegenwoordigd door mr. F.T.H. Branten en drs. H.W. Niezen, zijn verschenen.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 8 december 2021 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2.       Het bestreden besluit is een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het buitengebied rondom Elsendorp in de gemeente Gemert-Bakel.
3.       [appellant] heeft een pluimveebedrijf. Ten zuiden van zijn bedrijf ligt Naturistisch Recreatiepark Elsendorp. [appellant] stelt overlast te ondervinden van dit recreatiepark. Hij verzet zich tegen het bestemmingsplan, voor zover dit ruimte biedt aan het recreatiepark om uit te breiden rondom zijn bedrijf, in het bijzonder op twee percelen ten westen van zijn bedrijf.
Wijze van bespreking
4.       Onder meer het beroep van [appellant] tegen het besluit van 13 april 2023 is voor de raad aanleiding geweest om bij besluit van 16 mei 2024 het bestemmingsplan te wijzigen. In zijn reactie op dit besluit heeft [appellant] uiteengezet waarom hij zich ook nog niet met het gewijzigde bestemmingsplan kan verenigingen.
De Afdeling zal hierna eerst het beroep van rechtswege tegen het besluit van 16 mei 2024 bespreken. Met het besluit van 16 mei 2024 is het bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" immers gewijzigd, als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), zonder dat daarbij geheel aan het beroep van [appellant] tegemoet is gekomen. Vervolgens zal de Afdeling bezien of bij een bespreking van het beroep tegen het besluit van 13 april 2023 nog procesbelang bestaat.
Het besluit van 16 mei 2024
5.       [appellant] heeft in zijn reactie op het besluit van 16 mei 2024 een aantal beroepsgronden tegen dit besluit naar voren gebracht.
6.       De raad heeft op de zitting in reactie op de beroepsgronden een voorstel gedaan voor een aantal aanvullende wijzigingen van het bestemmingsplan. Deze wijzigingen verruimen de mogelijkheden om een afscherming te realiseren tussen het perceel van [appellant] en de percelen van het recreatiepark. De raad stelt zich in zoverre op een ander standpunt dan bij de vaststelling van het bestemmingsplan, zodat de Afdeling aanleiding ziet voor het oordeel dat het besluit van 16 mei 2024 in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Awb is genomen. Daarnaast heeft de raad bevestigd dat een bij het besluit van 16 mei 2024 vastgestelde wijziging (artikel I, onderdeel E, van dit besluit) niet goed is verwerkt in de versie van het bestemmingsplan die te raadplegen is op de landelijke voorziening. Het besluit is in zoverre in strijd met de rechtszekerheid.
Ook heeft de raad erkend dat het besluit drie kennelijke verschrijvingen bevat (in artikel I, onderdelen B, F en AA, van dit besluit), die in de versie van het bestemmingsplan die te raadplegen is op de landelijke voorziening al zijn gecorrigeerd. Omdat het om kennelijke verschrijvingen gaat, hebben deze naar het oordeel van de Afdeling geen gevolgen voor de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
7.       Op de zitting heeft [appellant] medegedeeld dat met de voorgestelde wijzigingen toereikend aan zijn beroep tegemoet wordt gekomen en dat zijn beroep dan verder geen bespreking meer behoeft. Partijen hebben beiden aan de Afdeling verzocht om zelf in de zaak te voorzien overeenkomstig de door de raad voorgestelde wijzigingen en zo het geschil definitief te beslechten.
8.       Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het beroep tegen het besluit van 16 mei 2024 gegrond is en dat dit besluit daarom gedeeltelijk moet worden vernietigd. De Afdeling ziet aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb en zal dus zelf in de zaak voorzien. Op de zitting heeft de raad verklaard dat de rechthebbende van Naturistisch Recreatiepark Elsendorp de voorgestelde wijzigingen in een overeenkomst heeft onderschreven. Niet aannemelijk is dat andere derdebelanghebbenden in hun belangen zouden kunnen worden geschaad.
De te vernietigen plandelen en de wijze waarop de Afdeling zelf in de zaak voorziet, staan hierna in de beslissing. In de beslissing wordt verwezen naar twee bijlagen bij deze uitspraak, die in meer detail bij partijen bekend zijn. De Afdeling zal de raad opdragen om de hierna in de beslissing nader aangeduide onderdelen van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening.
Het besluit van 13 april 2023
9.       Omdat het geschil op voormelde wijze finaal is beslecht, heeft [appellant] geen procesbelang meer bij een beoordeling van het besluit van 13 april 2023. De Afdeling zal het beroep tegen het besluit van 13 april 2023 daarom niet-ontvankelijk verklaren.
Proceskosten
10.     De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 13 april 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" niet-ontvankelijk;
II.       verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 16 mei 2024 tot wijziging van het bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" gegrond;
III.      vernietigt het besluit van 16 mei 2024, voor zover het betreft:
a. de wijziging van artikel 19, sub c, onder 5, van de planregels;
b. de toevoeging van artikel 3.4.3 aan de planregels met de daarbij behorende bijlage 27 bij de planregels;
c. het ontbreken van een bouwmogelijkheid voor een staafmathekwerk op perceel GMT003978;
IV.      bepaalt dat de na te noemen delen van de regels van het bestemmingsplan "Proeftuin Elsendorp" als volgt komen te luiden:
a. artikel 19, sub c, onder 5, van de planregels komt te luiden: "recreatiebedrijf met uitzondering van een activiteit gericht op het verstrekken van nachtverblijf";
b. na artikel 3.4.2 wordt een artikel 3.4.3 ingevoegd, dat als volgt komt te luiden: "Voorwaardelijke bepaling kadastraal perceel GMT00C4695
Bij activiteiten conform de bestemming, dan wel transformatie van het perceel of deel van het perceel ten tijde van vaststelling kadastraal bekend onder nummer GMT00C4695, geldt dat vooraf aan het in gebruik nemen binnen 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan er een zicht afschermende maatregel in de vorm van een aarden wal met een hoogte van 26 meter boven NAP moet worden gerealiseerd met daarop de voorgeschreven struweelbeplanting zoals opgenomen in bijlage 27 "Nieuwe aarden wal met struweelbeplanting" van het bestemmingsplan Proeftuin Elsendorp en dat deze voorziening in stand moet worden gehouden.";
c. na artikel 3.2, sub b, wordt een sub c ingevoegd, dat als volgt komt te luiden: "in afwijking van het bepaalde in artikel 3.2, onder sub b, is op het kadastrale perceel GMT00C3978 aan de zijde van het recreatiepark binnen 0,5 m van de kadastrale erfgrens zoals de gereconstrueerde grens uit 2017, archiefnummer 886, een bouwwerk, geen gebouw zijnde toegestaan in de vorm van een staafmathekwerk met een maximale hoogte van 3,5 m conform tekening zoals opgenomen in bijlage 28 bij het bestemmingsplan.";
d. aan de planregels wordt een bijlage 27 toegevoegd met daarin de tekening die is opgenomen in bijlage I bij deze uitspraak;
e. aan de planregels wordt een bijlage 28 toegevoegd met daarin de tekening die is opgenomen in bijlage II bij deze uitspraak;
V.       bepaalt dat deze uitspraak wat betreft onderdeel IV. in de plaats treedt van het besluit van 16 mei 2024, voor zover dit hiervoor onder III. is vernietigd;
VI.      draagt de raad van de gemeente Gemert-Bakel op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak zorg te dragen dat de hiervoor vermelde onderdelen III. en IV. worden verwerkt op de landelijke voorziening;
VII.     veroordeelt de raad van de gemeente Gemert-Bakel tot vergoeding van de bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.267,50, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VIII.    gelast dat de raad van de gemeente Gemert-Bakel aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 365,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. P.H.A. Knol, voorzitter, en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt en mr. M. Soffers, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.
w.g. Knol
voorzitter
w.g. Boer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 mei 2025
1010-745
BIJLAGE I
BIJLAGE II