ECLI:NL:RVS:2025:2360
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag Verklaring Omtrent het Gedrag voor chauffeurskaart
Op 8 mei 2025 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van [appellant] tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor een chauffeurskaart. De aanvraag was op 27 juli 2023 afgewezen door de staatssecretaris, waarna het bezwaar op 23 november 2023 ongegrond werd verklaard. [Appellant] heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De zaak betreft een mondelinge uitspraak in het bestuursrecht, waarbij de rechtbank Rotterdam op 2 augustus 2024 het beroep van [appellant] ongegrond verklaarde. De staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. A.L. de Gier, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven tijdens de zitting. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd opgemerkt dat de argumenten van [appellant] in hoger beroep grotendeels een herhaling waren van eerdere gronden. De rechtbank had deze gronden gemotiveerd behandeld. De Afdeling concludeerde dat [appellant] geen nieuwe redenen had aangedragen die de eerdere beoordeling in twijfel trokken. Bovendien bleek uit het dossier dat [appellant] na zijn aanvraag opnieuw met justitie in aanraking was gekomen, wat zijn motivatie om zijn strafrechtelijk verleden achter te laten in twijfel trok. De staatssecretaris was daarom gerechtigd om de VOG niet af te geven op basis van het subjectieve criterium. Tevens werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden.