ECLI:NL:RVS:2025:2368
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot geboortedatum
Op 26 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 15 april 2025. In deze uitspraak werd het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, waarbij de rechtbank het besluit van de minister om de geboortedatum van de betrokkene als [geboortedatum] 2005 te vermelden, vernietigde. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen over de geboortedatum van de betrokkene.
De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als de betrokkene afgewogen en besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 mei 2025, en is vastgesteld door mr. J.C.A. de Poorter, met mr. Q. Boon als griffier.