ECLI:NL:RVS:2025:2378
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 27 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de minister van Asiel en Migratie in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 28 april 2025 het beroep van de betrokkene, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, gegrond verklaard en het besluit van de minister van 2 december 2024 vernietigd. De minister had de aanvraag afgewezen, maar de rechtbank oordeelde dat de minister een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van haar uitspraak. In het hoger beroep verzocht de minister de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.