ECLI:NL:RVS:2025:244
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot vrijheidsontneming
Op 22 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die door de minister van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel is opgelegd op 30 december 2025. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 16 januari 2025 het beroep gegrond verklaarde en de opheffing van de vrijheidsontnemende maatregel met ingang van die dag beval, alsook schadevergoeding toekende. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld, waarna de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter overweegt dat het verzoek van de vreemdeling is gericht op het voorkomen van zijn uitzetting, terwijl het hoger beroep over de bewaring nog niet is beslist. Ondanks de verwachting dat de vreemdeling binnenkort zal worden uitgezet, heeft de voorzieningenrechter besloten om de uitzetting niet te verbieden. De toetsing in deze bewaringsprocedure betreft enkel de rechtmatigheid van de vrijheidsontneming en niet de bevoegdheid van de minister om de vreemdeling uit te zetten. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en oordeelt dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.