202302609/1/R1.
Datum uitspraak: 11 juni 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend in Wijchen, gemeente Wijchen,
2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend in Wijchen, gemeente Wijchen, (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]),
appellanten,
en
de raad van de gemeente Wijchen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 2 maart 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Balgoijseweg ong. (nabij 49)" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op de zitting behandeld op 13 mei 2025, waar [appellant sub 1], via een videoverbinding, en [appellant sub 2], bijgestaan door mr. D. Pool, rechtsbijstandverlener in Apeldoorn, en de raad, vertegenwoordigd door mr. Meelkop en T. van Zonsbeek BSc, zijn verschenen. Verder zijn op de zitting [partij A] en [partij B] als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 4 mei 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2. Het plan voorziet in de nieuwbouw van een levensloopbestendige woning op het perceel Balgoijseweg 49 in Wijchen (hierna: het perceel). De woning is voorzien op gronden met onder meer de bestemming "Wonen" en de functieaanduiding "specifieke vorm van wonen - levensloopbestendige woning". Op grond van het vorige bestemmingsplan "Wijchen Zuid" was de bouw van de levensloopbestendige woning op het perceel niet toegestaan. Het plangebied ligt net binnen de bebouwde kom aan een doodlopende zijtak van de Balgoijseweg. De noordzijde van het perceel grenst aan deze zijtak van de Balgoijseweg. Aan de oostzijde van het perceel staat de huidige woning met huisnummer 49. Deze woning krijgt het adres Woordsesteeg 5b. De voorziene woning wordt het nieuwe Balgoijseweg 49. De zuidzijde van het perceel grenst aan de tuin van Woordsesteeg 5a. De westzijde grenst aan de achtertuinen van Balgoijseweg nummers 51 tot en met 59. [partij A] en [partij B] zijn de toekomstige bewoners van de voorziene woning. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen aan de [locatie 1] en [locatie 2] en in de directe nabijheid van het perceel. Zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat, onder andere door de vermindering van de verkeersveiligheid en groen in de omgeving.
Toetsingskader
3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Seniorenwoning
4. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat in het bestemmingsplan moet worden vastgelegd dat op het perceel alleen een seniorenwoning is toegestaan, zoals dat ook is aangevraagd. Volgens het "Kleinschalige Particuliere Initiatieven" beleid (hierna: het KPI) is namelijk alleen een seniorenwoning toegestaan. Het bestemmingsplan maakt echter een levensloopbestendige woning mogelijk. Verder is volgens [appellant sub 1] en [appellant sub 2] de voorziene woning te groot om nog van een seniorenwoning te spreken. De voorziene woning heeft een bij recht toegestane oppervlakte van 130 m². Volgens de vuistregel uit het KPI is een seniorenwoning slechts 100 m². Daarnaast is volgens [appellant sub 2] ook het perceel te groot voor een seniorenwoning. Door de grootte van de woning en het perceel wordt de voorziene woning aantrekkelijk voor gezinnen, aldus [appellant sub 2].
4.1. De Afdeling stelt voorop dat het beperken van het gebruik van woningen tot alleen gebruik door senioren in een bestemmingsplan niet mogelijk is, omdat dit zou leiden tot een niet ruimtelijk relevant onderscheid naar leeftijd (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2985, onder 24.1). De raad en hebben dit ook erkend. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan toetst de raad of het plan voldoet aan een goede ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan wordt niet getoetst aan het KPI. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3681, onder 3.1, beoordeelt het college van burgemeester en wethouders aan de hand van de toetsingscriteria uit het KPI of in principe medewerking kan worden verleend aan kleinschalige bouwinitiatieven die niet passen binnen het bestemmingsplan. De criteria zijn niet vastgesteld door de raad en de raad is daar niet aan gebonden als hij met een bestemmingsplan een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk wil maken. Of de woning een seniorenwoning is in de zin van het KPI, is dus niet van belang. Verder overweegt de Afdeling dat de woning niet op voorhand aantrekkelijk is voor gezinnen, aangezien uit artikel 1.36 van de planregels volgt dat bij een levensloopbestendige woning alle primaire leefruimten zich op de begane grond bevinden. Op grond van artikel 3.1, aanhef en onder b, van de planregels is op het perceel met de aanduiding "specifieke vorm van wonen - levensloopbestendige woning" uitsluitend zo’n levensloopbestendige woning toegestaan. Bovendien ziet de Afdeling, mocht het plan wel voorzien in een woning die aantrekkelijk is voor gezinnen, daarin geen aanleiding om het plan ruimtelijk onaanvaardbaar te achten. Het betoog slaagt niet.
Ruimtelijke inpassing en groen
5. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat de woning in het plangebied geen goede ruimtelijke ontwikkeling is, omdat er geen afronding van woonbebouwing plaatsvindt, bijvoorbeeld in bestaande lintbebouwing. Ook is volgens hen de situering van de bouwkavel onlogisch, omdat deze achter een rij bestaande woningen ligt. Daarnaast gaat het plan ten koste van het weinige groen in de wijk, terwijl in de plantoelichting staat dat de locatie cultuurhistorisch waardevol is vanwege de nog spaarzame historische groene ruimte binnen het dorp. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wijzen erop dat een verplicht beplantingsplan ontbreekt.
5.1. De Afdeling komt tot de conclusie dat in het door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] aangevoerde geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad de mogelijkheid om in het plangebied een levensloopbestendige woning te bouwen niet als een passende ruimtelijke ontwikkeling heeft kunnen aanmerken. De Afdeling zal dit hierna motiveren.
5.2. De Afdeling overweegt dat de raad heeft toegelicht dat de woning bijdraagt aan de woningbehoefte die in de gemeente speelt. In paragraaf 3.4.2 van de plantoelichting staat dat de gemeente in de Woonvisie Wijchen 2025 het belang benadrukt van passende woningen voor senioren en mensen met een zorgvraag. Het plan voorziet in zo’n woning. Volgens de raad is met de woning geen sprake van afronding van bestaande lintbebouwing, omdat de woning binnen de bebouwde kom ligt.
Verder overweegt de Afdeling dat de raad zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de openheid die zich kenmerkt voor het gebied door het initiatief niet in overwegende mate wordt aangetast. Het plan staat 333 m² aan bebouwing toe op een perceel van ongeveer 1500 m². Een groot deel van het perceel blijft onbebouwd. De raad heeft toegelicht dat het doorzicht op het achterliggende gebied wel in overwegende mate wordt aangetast, maar dat dit gebied beperkt is van omvang en dat het karakteristiek van het gebied nauwelijks nog herkenbaar is. De Afdeling constateert dat het achterliggende gebied inderdaad beperkt is van omvang en dat het karakteristiek daarvan nauwelijks herkenbaar is, doordat zich achter het plangebied en recht achter de voorziene woning al bebouwing en beplanting bevindt.
5.3. De Afdeling overweegt verder dat het aan de raad is om te beslissen of er in het bestemmingsplan in groen wordt voorzien. Daarbij kan de raad ervoor kiezen om in de planregels een voorwaardelijke verplichting op te nemen tot het realiseren van groen in overeenstemming met een beplantingsplan. De raad heeft ervoor gekozen dit niet te doen, omdat het bestemmingsplan ziet op een ontwikkeling binnen stedelijk gebied. De raad heeft toegelicht alleen een beplantingsplan op te nemen bij ontwikkelingen in het buitengebied en dat hij de realisering van groen niet noodzakelijk acht voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan. In wat [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de raad zich niet op dat standpunt mocht stellen.
Het betoog slaagt niet.
Bereikbaarheid hulpdiensten
6. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat de voorziene woning slecht bereikbaar is voor hulpdiensten, omdat de woning geen adequate ontsluiting heeft. De ontsluiting via de zijtak van de Balgoijseweg is mogelijk te smal. Daarnaast is het niet zeker dat de woning ook zal worden ontsloten via de Woordsesteeg, omdat dit afhankelijk is van een privaatrechtelijke overeenkomst tot het vestigen van een recht van overpad. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] vrezen dat in het geval van een brand er hierdoor een groter risico is op brandoverslag.
6.1. De Afdeling is van oordeel dat de raad zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de voorziene woning goed bereikbaar zal zijn voor hulpdiensten. Op de zitting is gebleken dat op advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid is voorzien in een opstelplaats voor de brandweer op het perceel aan de Woordsesteeg 5B. Hierdoor is de woning goed te bereiken in het geval van een brand. Verder blijkt uit de notariële akte van 9 april 2025 dat op het perceel aan de Woordsesteeg 5B een recht van overpad is gevestigd voor hulpdiensten in het geval van calamiteiten.
Het betoog slaagt niet.
Verkeersveiligheid
7. [appellant sub 1] betoogt dat het plan zal leiden tot verkeersonveilige situaties, omdat de ontsluiting via de zijtak van de Balgoijseweg te smal is voor brede voertuigen zoals vrachtwagens. Hierdoor kunnen de voertuigen niet keren, maar zullen ze achteruit de hoofdtak van de Balgoijseweg op moeten rijden. Dit leidt tot verkeersonveilige situaties.
7.1. De Afdeling is van oordeel dat de raad zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan niet zal leiden tot een verslechtering van de verkeerveiligheid. De zijtak van de Balgoijseweg is de bestaande ontsluitingsweg voor het perceel. Deze weg is zodanig breed dat ook brede voertuigen de woning kunnen bereiken. Op de zitting is gebleken dat [appellant sub 1] eerder al een vrachtwagen gebruik heeft laten maken van deze weg. Verder is op de zitting gebleken dat er ook een keermogelijkheid zal worden gerealiseerd op het perceel.
Het betoog slaagt niet.
Het beroep van voor het overige
8. [appellant sub 2] betoogt dat de raad ten onrechte niet heeft getoetst aan de regionale woonagenda, waardoor niet kan worden vastgesteld of de ontwikkeling passend is binnen het provinciale beleid.
8.1. Uit paragraaf 3.3 van de plantoelichting volgt dat de raad het plan heeft getoetst aan de regionale woonagenda. Het betoog mist feitelijke grondslag.
Het betoog slaagt niet.
9. [appellant sub 2] betoogt dat het college ten onrechte de toetsing aan het KPI niet openbaar heeft gemaakt. Zo kan niet worden gecontroleerd of op de juiste manier is getoetst. Verder betoogt [appellant sub 2] dat er geen draagvlak is bij de direct omwonenden, terwijl dit volgens hem wel een toetsingscriterium is uit het KPI.
9.1. Het KPI is niet van toepassing op het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. De Afdeling verwijst naar het overwogene onder 4.1.
Het betoog slaagt niet.
10. [appellant sub 2] betoogt dat de raad in de nota van zienswijzen ten onrechte niet is ingegaan op zijn mondelinge zienswijze van 11 mei 2022.
10.1. De raad is in de nota van zienswijzen ingegaan op de schriftelijke zienswijze van [appellant sub 2]. De raad heeft toegelicht dat de mondelinge zienswijze inhoudelijk geen aanvullende punten bevatte. De Afdeling ziet geen aanleiding om daaraan te twijfelen. Artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht verzet zich er niet tegen dat de raad de zienswijzen samengevat weergeeft. Voor een voldoende motivering is het niet nodig dat op elk argument afzonderlijk wordt ingegaan. Niet is gebleken dat bepaalde bezwaren of argumenten niet in de overwegingen zijn betrokken.
Het betoog slaagt niet.
11. [appellant sub 2] betoogt dat hem het spreekrecht is ontzegd om zijn bedenkingen en zienswijze toe te lichten in de vergadering van de raad van 2 maart 2023 en die van de raadscommissie van 16 februari 2023. Dit is in strijd met het "Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissie en de andere werkzaamheden van de raad van Wijchen" (hierna: het reglement).
11.1. In artikel 16 van het reglement staat dat burgers alleen het woord kunnen voeren over de op de agenda ter bespreking opgenomen onderwerpen. De Afdeling stelt vast dat het bestreden besluit niet ter bespreking stond op de agenda van de raadscommissie van 16 februari 2023 of die van de raad van 2 maart 2023, waardoor [appellant sub 2] geen gebruik kon maken van het spreekrecht.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
12. De beroepen zijn ongegrond.
13. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Driel Kluit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 juni 2025
703-1138