ECLI:NL:RVS:2025:2671

Raad van State

Datum uitspraak
16 juni 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
BRS.25.000601
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende uitstel van vertrek

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 juni 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van betrokkene om uitstel van vertrek, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 augustus 2023 was afgewezen. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard op 30 november 2023. Vervolgens heeft de rechtbank Den Haag op 18 april 2025 het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het Bureau Medische Advisering opnieuw om advies moet worden gevraagd. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

BRS.25.000601
Datum uitspraak: 16 juni 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 18 april 2025 in zaak nr. 23/4722 in het geding tussen:
[betrokkene]
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 22 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 30 november 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister binnen acht weken na de dag van verzending van de uitspraak het Bureau Medische Advisering opnieuw om advies vraagt en een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Betrokkene heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.        De minister verzoekt de voorzieningenrechter om de voorlopige voorziening te treffen dat zij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op haar hoger beroep heeft beslist.
2.        Gelet op de belangen die de minister en betrokkene naar voren hebben gebracht, treft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening.
3.        De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Q. Boon, griffier.
w.g. Borman
voorzieningenrechter
w.g. Boon
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 juni 2025
977